Formeel en informeel taalgebruik leerjaar 1

Goedemorgen allemaal,


Pak je laptop en log in in LessonUp. 

Gebruik je voornaam als je inlogt.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal,


Pak je laptop en log in in LessonUp. 

Gebruik je voornaam als je inlogt.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel;
Aan het eind van deze les kun je;
uitleggen wat formeel en informeel taalgebruik is,
het verschil tussen formele en informele taal uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Formeel taalgebruik
Taal voor serieuze situaties. Formeel betekent volgens de regels. Formeel taalgebruik noem je ook wel zakelijk taalgebruik. Je gebruikt dan de taal zoals dat hoort. Je zegt bijvoorbeeld tegen volwassenen die je niet kent u . Je gebruikt taal op een nette manier.

Slide 3 - Diapositive

Informeel taalgebruik
Taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent. Informeel betekent gewoon. Je praat wat minder netjes met elkaar, waarbij je wel correcte taal gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Informeel of formeel:
Wilt u met mij mijn huiswerk maken?
A
informeel
B
Formeel

Slide 5 - Quiz

Informeel of formeel;
Ga je mee naar de film?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quiz

Informeel of formeel;
Ik zal u mijn adres even doormailen.
A
Informeel
B
Formeel

Slide 7 - Quiz

Informeel of formeel;
Ik wil wel met je gamen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Wanneer spreek je over formele taal?
A
Als je taal voor serieuze situaties gebruikt
B
Nooit
C
Altijd als je taal gebruikt
D
Soms

Slide 9 - Quiz

Wanneer spreek je over informele taal?
A
Taal die je gebruikt bij mensen die je niet kent
B
Altijd als je taal gebruikt
C
Taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent
D
Nooit als je taal gebruikt

Slide 10 - Quiz

Wat heb je geleerd?
Informeel taalgebruik..........

Formeel taalgebruik...........

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Twee personen; 
1 leerling heeft een klacht, 1 leerling wil de klacht oplossen. 

Slide 12 - Diapositive

Media Markt
Klager:
Je kocht online een telefoon bij de Mediamarkt. Toen het pakketje bij jou thuis aankwam, was het pakketje stuk en zat er geen telefoon meer in. 
Klachtendienst:
Je werkt bij de klantendienst van Media Markt.

Slide 13 - Diapositive

Hotel geboekt
Klager:
Je boekte dit weekend een hotel in Hellendoorn. Er zat een mooi zwemparadijs bij en daar heb je extra voor betaald. Toen je dit weekend aankwam, bleek het zwembad gesloten te zijn in verband met onderhoud. 

Klachtendienst:
Dit weekend is het zwemparadijs gesloten, omdat het water niet meer warm wordt. In verband met onderhoud, is het zwembad dus gesloten.

Slide 14 - Diapositive

Nike via Vinted
Klager
Je hebt via Vinted €100,- betaald voor vintage Nike schoenen. Je hebt de koper gevraagd of de Nikes echt zijn, hij beweerde van wel. Toen het pakketje bij je thuis werd bezorgd, bleken de schoenen nep te zijn. 

Slide 15 - Diapositive