Les 4: vervolg pathologie

Les 4: vervolg pathologie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Les 4: vervolg pathologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ziektebeelden vallen onder COPD ?
(chronic obstructive pulmonary disease)

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor ziektebeeld zie je op dit plaatje? Leg uit.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor ziektebeeld is hier afgebeeld?
A
Longemfyseem
B
Chronische bronchits
C
Astma
D
Longembolie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschijnselen chronische bronchitis
  • rokershoestje
  • kortademigheid
  • een piepende brommende ademhaling
  • hoesten met het opgeven van slijm
  • sneller vermoeid 
  • weinig spierkracht

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exacerbatie
Een toename van de ziektesymptomen en een algehele verslechtering noem je exacerbatie.

Behandeling: vaak prednison of antibiotica, aanpassing inhalatietherapie.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Wat is FEV1 bij COPD?
FEV1 is de hoeveelheid lucht die je in de eerste seconde van de test uitblaast als je zo hard mogelijk uitblaast in een spirometer. Wilma Buesink: 'Een patiënt die gezond is, ademt tussen 70% en 90% lucht uit in de eerste seconde van de test. Dit wordt ook wel de 1-seconde waarde genoemd.
FVC is de maximale hoeveelheid lucht die je kunt uitademen na een maximale inademing.
Waarom is het belangrijk om na het inhaleren de mond te spoelen en het water uit te spugen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is astma?
A
Blijvende schade aan de longen, longoppervlak neemt af doordat longblaasjes uitrekken en kapotgaan.
B
Chronische luchtwegontsteking veroorzaakt door een verscheidenheid aan uitlokkende stoffen waardoor de luchtwegen zich vernauwen en de ademhaling bemoeilijkt wordt
C
Blijvende ontsteking van de bronchi die ten minste drie maanden per jaar gedurende twee opeenvolgende jaren voorkomen.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Het lijkt als het ware op ademen door een smalle buis (rietje).

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Atopisch astma
De meeste mensen met astma zijn allergisch (70 tot 80 %)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-allergische astma heet ook wel intrinsiek astma
Uitlaatgassen, rook, benzine, bakluchtjes, de lucht van spaanplaat, parfum of schoonmaakmiddelen

weersomstandigheden:  kou, mist en vochtige lucht.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inspanningsastma
Benauwd door of na lichamelijke inspanning

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling astma
  • luchtwegverwijders, ontstekingsremmende medicatie en antihistaminica
  • contact met prikkelende of allergene stoffen vermijden
  • saneren

Slide 17 - Diapositive

Antihistaminica: gaat de vorming van histamine tegen, een stof die vrijkomt bij allergische reacties
Klaplong

Slide 18 - Diapositive

Strak om de buitenkant van je longen zitten longvliezen. Tussen deze vliezen zit een laagje vloeistof. Dat laagje zorgt ervoor dat je longvliezen makkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen als je in- en uitademt. Soms komt er lucht tussen je longvliezen. Bijvoorbeeld door een verwonding, een ontsteking of een zwakke plek in de longen. Dan klapt je long helemaal of gedeeltelijk in. Dat komt omdat een long elastisch is, net als een ballon.

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Longontsteking
de kleine vertakkingen - de bronchiën - en de longblaasjes zijn  ontstoken

Oorzaak: bacterie of virus

Slide 20 - Diapositive



(pneumokokken, streptokokken, stafylokokken of een combinatie hiervan), virussen of schimmels.
Oorzaken longontsteking
  • Inhaleren van micro-organismen als bacteriën en virussen. Pneumokok (Streptococcus pneumoniae), Haemophilus influenzae en Mycoplasma pneumoniae.                                                    - De Legionella pneumophila veroorzaakt de zogenaamde veteranenziekte.                                      - griepvirus (influenzavirus), de waterpokkenvirussen en de SARS-virussen.
  • Micro-organismen die via het bloed (sepsis) de long binnendringen.
  • Voedsel, vloeistoffen en zelfs kleine vaste voorwerpen (kralen) die in de longen terechtkomen. = aspiratiepneumonie. 
  • Na een operatie, als het hoesten moeilijk en pijnlijk is. Er blijft dan slijm in de longen achter en dat kan een infectie veroorzaken.


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke risicogroepen/factoren
zijn er voor longontsteking?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren voor longontsteking
  • leeftijd: baby’s en ouderen hebben een grotere kans door een verminderd afweersysteem;
  • slechte algehele conditie;
  • ziekten die het reinigende vermogen van de long aantasten, zoals astma, COPD en cystic fibrosis;
  • ziekten die de algemene weerstand verminderen, zoals verschillende vormen van kanker en aids;
  • aanwezigheid van afwijkingen aan de longen zelf;
  • verminderde afweer door geneesmiddelen als corticosteroïden en chemotherapie;
  • roken en alcoholisme;
  • ondervoeding.






Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen longontsteking
  • Pijn in borst, flank of rug
  • Koude rillingen
  • Kortademigheid
  • Hoesten
  • Opgeven slijm
  • Koorts
  • Vermoeid
  • Weinig eetlust
  • Cyanose

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Longembolie
Een bloedvat naar je longen is verstopt

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thieme Meulenhoff
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 1 n3
Module 7

Maak de praktijksituatie mevrouw Pan

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions