tentamen 2

Tentamen 2: alle hoofdstukken
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tentamen 2: alle hoofdstukken

Slide 1 - Diapositive

Tot welke vorm van vermogen behoort de algemene reserve?
A
kort vreemd vermogen
B
lang vreemd vermogen
C
permanent vermogen

Slide 2 - Quiz

vlottende activa met kvv
vaste activa met LVV of EV
vaste kern voorraad is ijzeren voorraad is vaste activa
vaste kern debiteuren is debiteurenkern is vaste activa

Slide 3 - Diapositive

Bereken met welk bedrag van de activa het kvv kan worden gefinancierd

Slide 4 - Question ouverte

wat je maximaal investeert in je vaste activa bepaalt je maximale vermogensbehoefte

Slide 5 - Diapositive

wat is de maximale vermogensbehoefte?

Slide 6 - Question ouverte

En als je ze in 1 x aanschaft?

Slide 7 - Question ouverte

wat is de inkoopprijs van de omzet?

Slide 8 - Question ouverte

wat is de omzetsnelheid als de opslagduur 72 is en een jaar 360 dagen heeft?

Slide 9 - Question ouverte

wat wordt dan de gemiddelde voorraad?

Slide 10 - Question ouverte

Bereken het netto werkkapitaal op 1 januari 2020

Slide 11 - Question ouverte

Wat neem je bij quick ratio niet mee en bij current ratio wel?

Slide 12 - Question ouverte

bereken de quick ratio per 1-1-2020

Slide 13 - Question ouverte

Bereken de quick ratio per 1-1-2019

Slide 14 - Question ouverte

is de quick ratio verbeterd of verslechterd?
A
verbeterd
B
verslechterd

Slide 15 - Quiz

wat ishet current ratio per 1-1-2019

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de current ratio per 1-1-2020

Slide 17 - Question ouverte

wat is de debtratio op 1-1-2020?

Slide 18 - Question ouverte

10) wat is de solvabiliteit als de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen 1-1-2020

Slide 19 - Question ouverte

11) wat wordt de solvabiliteit na uitbreiding?

Slide 20 - Question ouverte

12a) wat is het eigen vermogen op 1-1-2019?

Slide 21 - Question ouverte

12b) wat is het eigen vermogen op 1-1-2020?

Slide 22 - Question ouverte

12) wat is rev na belasting?

Slide 23 - Question ouverte

13a) wat is het vreemd vermogen op 1-1-2019?

Slide 24 - Question ouverte

13b) wat is het vreemd vermogen op 1-1-2020?

Slide 25 - Question ouverte

13) Bereken ivv

Slide 26 - Question ouverte

14) branche rev 18,5% en rvv 2,3%
A
hazelhoff beide gunstiger
B
hazelhoff beide ongunstiger
C
hazelhoff alleen rev gunstiger, rvv ongunstiger
D
hazelhoff rev ongunstiger, rvv gunstiger

Slide 27 - Quiz

15a) wat is het gemiddeld totale vermogen?

Slide 28 - Question ouverte

15b) wat is rtv voor belasting?

Slide 29 - Question ouverte

15c) wat is rev VOOR belasting?

Slide 30 - Question ouverte

wat is de cashflow?
A
100.000
B
202.000
C
353.000
D
151.000

Slide 31 - Quiz

15) is er sprake van positief of negatief hefboomeffect en hoeveel dan?
A
positief rev-rvv 20,6-3,2 = 17,4%
B
negatief rvv-rev 3,2-20,6 = - 17,4
C
positief rev-rtv 20,6-14,7=5,9
D
positief rev-rtv 26,2-14,7=11,5

Slide 32 - Quiz

17a) wat zijn de verkopen per maand in het 1e kwartaal van 2020?

Slide 33 - Question ouverte

17b) staan afschrijvingskosten op de liquiditeitsbegroting
A
ja
B
nee
C
k, nou weet ik het weer niet

Slide 34 - Quiz

17b) staat de investering in vaste activa op de resultatenbegroting?
A
nee
B
houd hier mee op ajb
C
ja

Slide 35 - Quiz

heb je dividend uitkering op beide begrotingen staan?
A
ja
B
nee
C
zeg ik lekker niet

Slide 36 - Quiz

17e)wat is het beginsaldo van liquide middelen?

Slide 37 - Question ouverte

hoeveel heb je ontvangen van debiteuren in het tweede kwartaal?

Slide 38 - Question ouverte

hoeveel heb je betaald aan debiteuren in het tweede kwartaal?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

18a) heb je bij de resultatenbegroting iets gedaan met afschrijvingskosten?
A
jazeker
B
nou weet ik het niet meer
C
nee tuurlijk niet
D
dat is toch rubriek 8

Slide 41 - Quiz

18b) doe je bij resultatenbegroting iets met krediettermijnen?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

18c) wat is je resultaat bij de resultatenbegroting?

Slide 43 - Question ouverte

Slide 44 - Diapositive