Werkwoordspelling VT oefenen met sterke en zwakke werkwoorden




Werkwoordspelling VT oefenen met sterke en zwakke werkwoorden
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon




Werkwoordspelling VT oefenen met sterke en zwakke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Rens ... (genieten) gisteren van een lekker ijsje.

Slide 2 - Question ouverte


Slide 3 - Question ouverte

Maaike ... (weten) dat ze vorig jaar veel lessen heeft gemist.

Slide 4 - Question ouverte

Afgelopen week ... (proeven) jij al van die chocolaatjes.

Slide 5 - Question ouverte

Ik ... (zijn) het feestje helemaal vergeten!

Slide 6 - Question ouverte

Afgelopen week ... (verbazen) Tim zich over zijn broer.

Slide 7 - Question ouverte

Vorige week ... (vermoeden) mijn ouders dat ik de dader was.

Slide 8 - Question ouverte

Sonja en Henk .... (zenden) veel geld naar een ontwikkelingsland.

Slide 9 - Question ouverte

Afgelopen week .... (verbouwen) jij je kamer.

Slide 10 - Question ouverte

Toen .... (bestellen) ik een jurk voor mijn moeder.

Slide 11 - Question ouverte

Mijn ouders .... (vergeten) de deur af te sluiten.

Slide 12 - Question ouverte

Afgelopen winter .... (schaatsen) ik elke dag.

Slide 13 - Question ouverte

Vanochtend ... (reizen) jij met het openbaar vervoer.

Slide 14 - Question ouverte

Gisteren ... (kopen) ik een doos bonbons.

Slide 15 - Question ouverte

Vroeger ... (flossen) Anneke haar tanden nooit.

Slide 16 - Question ouverte

Afgelopen tijd .... (hopen) dat wij de toetsen goed hadden gemaakt.

Slide 17 - Question ouverte

Toen ... (helpen) jij mij echt goed.

Slide 18 - Question ouverte

Judith ... (planten) gisteren de plantjes in de tuin.

Slide 19 - Question ouverte

John en Patrick ... (parkeren) gisteren naast elkaar.

Slide 20 - Question ouverte

Vorig jaar ... (herstellen) mijn moeder van een ongeluk.

Slide 21 - Question ouverte

Tessa ... (knippen) een stuk van het haar van haar zusje.

Slide 22 - Question ouverte

De klas ... (lachen) heel hard om die grap.

Slide 23 - Question ouverte

Op kamp .... (poffen) we aardappels op de BBQ.

Slide 24 - Question ouverte

Jij ... (beloven) om nooit tegen mij te liegen.

Slide 25 - Question ouverte

De hijskraan ... (slopen) het oude gebouw.

Slide 26 - Question ouverte

Harry en Barry ... (hangen) hun jas op.

Slide 27 - Question ouverte

Mijn vriendin ... (begrijpen) niet waarom zij stil moest zijn.

Slide 28 - Question ouverte

Hij ... (raden) het antwoord verkeerd.

Slide 29 - Question ouverte

Juf Iris ... (bellen) naar het verkeerde telefoonnummer.

Slide 30 - Question ouverte

Juf Sanne .... (zingen) heel hard in de badkamer.

Slide 31 - Question ouverte

Meester Joost ... (rijden) veel te hard op de snelweg.

Slide 32 - Question ouverte

Juf Nienke ... (genieten) dit schooljaar heel erg van het lesgeven aan 1F1B.

Slide 33 - Question ouverte

Geef jezelf een eerlijk cijfer voor deze les!
010

Slide 34 - Sondage