regelmatige werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Aujourd'hui;

*les verbes -er

apprendres unité 2  

. 

Regelmatige werkwoorden op -er

Dit is een grote groep werkwoorden in het Frans. 

Voorbeelden ;

jouer=spelen

habiter=wonen

aimer=houden van

adorer=dol zijn op

détester= haten

chanter=zingen

danser=dansen

dessiner=tekenen

De vervoeging is simpel;

Stap 1; je maakt eerst de stam=

werkwoord - er;

chanter; er weg= chant

stap 2; achter de stam plak je de volgende uitgangen;

je chant +e

tu chant + es

il ,elle,on chant +e

nous chant+ons

vous chant +ez

ils,elles chant+ ent

ik zing

jij zingt

hij,zij,men zingt

wij zingen

jullie zingen,u zingt

zij zingen

Uitspraak

Let op! 

Alleenbij het hele werkwoord en bij de vous vorm laat je een lange e horen.!

A toi maintenant! 

Schrijf nu in je schrift het rijtje op van jouer=spelen, stam =jou

even nakijken...

stam=jou

je joue

tu joues

il,elle,on joue

nous jouons

vous jouez

ils,elles jouent

ik speel

jij speelt

hij,zij,men speelt

wij spelen

jullie spelen,u speelt

zij spelen

(habiter=wonen) Elle ....à Serris?

1. habiter
2. habites
3. habite
4. habitez

(chanter= zingen) Nous .... souvent.

1. chanter
2. chantez
3. chante
4. chantons

(aimer=leuk vinden) J' .... ta chambre.

1. aimes
2. aime
3. aimer
4. aiment

(dessiner= tekenen)
u tekent

(jouer=spelen) Mon père .....

(gagner=winnen) Mon club .... toujours.

(inviter=uitnodigen) Tu ....tes amis pour Noël?

Questions?