Klas 4 Kijk op taal

Door de gladheid (belanden) er gisteren enkeleauto's in de berm, maar ernstige ongelukken zijn er niet (gebeuren)
A
belandde - gebeurt
B
belanden-gebeurdt
C
belandden- gebeurd
1 / 31
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Door de gladheid (belanden) er gisteren enkeleauto's in de berm, maar ernstige ongelukken zijn er niet (gebeuren)
A
belandde - gebeurt
B
belanden-gebeurdt
C
belandden- gebeurd

Slide 1 - Quiz

Wat betekent citeer?

Slide 2 - Carte mentale

Noem de aanleiding voor het schrijven van dit artikel.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe wordt de tekst ingeleid?
A
begonnen
B
opgebouwd
C
veranderd

Slide 4 - Quiz

Als je veel vette vis eet, krijg jeminder last van stress. Niet iedereen is overtuigd van deze bewering. Wat betekent bewering?
A
extra uitleg
B
reactie
C
mening
D
uitspraak

Slide 5 - Quiz

Wat betekent doorgaans?
A
vaak
B
meestal
C
nooit
D
soms

Slide 6 - Quiz

Wat betekent decennium?

Slide 7 - Carte mentale

Wat betekent bedomt?
A
fris
B
vies
C
niet fris

Slide 8 - Quiz

Wat betekent habbekrats?
A
klein bedrag
B
groot bedrag
C
krassen op je arm
D
hebben

Slide 9 - Quiz

Wat betekent schofferen?
A
kibbelen
B
zeer onbeschoft handelen
C
deleten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent renoveren?

Slide 11 - Question ouverte

Geef een voorbeeldvan een wereldstad.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een stalen ros?

Slide 13 - Carte mentale

Wat betekent bagatelliseren?
A
erg vinden
B
vervelend
C
het niet zo erg vinden
D
opzoeken

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wat betekent: met twee monden spreken?

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent: iets zonder blikken of blozen zeggen.
A
zich te buiten gaan
B
zonder zichtbare emotie
C
op stap gaan
D
heel rood worden

Slide 17 - Quiz

Wat zijn homoniemen?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Als het vloed wordt , stijgt het ...
A
peil
B
pijl

Slide 20 - Quiz

De man ........aan een ongeneeselijke ziekte.
A
lijdt
B
leidt

Slide 21 - Quiz

Ik......meer vrije dagen.
A
eis
B
ijs

Slide 22 - Quiz

Na het overlijden van de koning was het land lange tijd in........
A
rauw
B
rouw

Slide 23 - Quiz

Wat is het synoniem van : volledig

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf drie synoniemen op van auto.

Slide 25 - Question ouverte

Waat is het tegenovergestelde van excentriek
A
rijk
B
ex-man
C
gewoon
D
exxen

Slide 26 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van gul.
A
rijk
B
gierig
C
arm

Slide 27 - Quiz

Wat is een dubble ontkenning?

Slide 28 - Question ouverte

Watklopt er niet bij dit gezegde? Ik heb maar twee paar handen hoor!

Slide 29 - Carte mentale

Wat klopt niet? Slapende honden bijten niet.

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo