Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Kunstbegrip 3.2
Doel van deze les om doelgericht te leren werken
met het EXPO boek.
Slide 1 - Diapositive
Kunstbegrip
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
Slide 2 - Diapositive
3.2 Vormgeving-Compositie
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
Slide 3 - Diapositive
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
3.2 Vormgeving-Compositie
Slide 4 - Diapositive
3.2 Vormgeving-Compositie
Klik op de tekst en of afbeeldingen om ze te vergroten!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Horizontale
compositie
Verticale
compositie
Diagonale compositie
Driehoeks-
compositie
Slide 7 - Question de remorquage
timer
1:00
Dynamische compositie: Dynamisch betekent 'beweeglijk' of 'in beweging'. Dynamiek in een compositie krijg je door:
-diagonale of schuine richtingen
-gebogen richtingen
-gebruik van verschillende vormen beweeglijke vormen
-kleurcontrasten
-ritmische herhalingen van vorm, kleur en/of richting.
Verticale compositie
De compositie is geordend langs een denkbeeldige verticale lijn.
Horizontale compositie:
De compositie is geordend langs een denkbeeldige horizontale lijn. Deze compositie maakt een rustige, stabiele en brede indruk.
Symmetrische compositie
De compositie is spiegelbeeldig
A-symmetrische compositie
De compositie is niet spiegelbeeldig
Slide 8 - Question de remorquage
Bekijk de afbeelding hiernaast Welke bewering is juist? Op afbeelding 11 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie
Slide 9 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast Welke bewering is juist? Op afbeelding 9 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie
Slide 10 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke bewering is juist? Het onderdeel in een compositie dat het meeste opvalt door bijvoorbeeld de vorm, kleur of grootte noem je een . . .
A
Middelpunt
B
Aandachtspunt
C
IJkpunt
D
Lichtpunt
Slide 11 - Quiz
Bekijk afbeelding 12 Welke bewering is juist? Op afbeelding 12 zie je een . . .
A
Diagonale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Statische compositie
Slide 12 - Quiz
timer
1:00
Statische compositie:
Statisch betekent 'stilstaand' of 'rust'. De onderdelen in de compositie zijn in evenwicht met elkaar. Evenwicht in een compositie krijg je door:
-Horizontale en verticale lijnen
-weinig 'beweging'
-gelijkmatige verdeling van vormen en kleuren over het beeldvlak
-het ontbreken van nadrukkelijke contrasten, zoals bijvoorbeeld een licht-donker contrast
Aandachtspunt
Het onderdeel in een compositie dat het meeste opvalt door grootte, kleur of vorm.
Compositievormen
Diverse soorten composities: horizontaal-, verticaal-, diagonaal-, centraal-, driehoeks- en overall-compositie.
Herhaling, Ritme:
Dezelfde vormen komen telkens op een regelmatige manier, in een vaste lijn terug. Bij ritme ontstaat al snel een bewegingssuggestie. Herhaling langs horizontale lijnen geeft een statisch en rustig effect.
Aanzicht
De kant van een voorwerp of ruimte waar je tegenaan kijkt.