Oefentoets Spelling (Werkwoorden)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Oefentoets Spelling (Werkwoorden)

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. geslapen
2. geweest
3. blijven
4. gegeten

Een voltooid deelwoord ...

1. staat altijd aan het begin van een zin
2. staat vaak in het midden van een zin
3. staat meestal aan het eind van een zin

Wat is een goed geschreven voltooid deelwoord

1. heb
2. gekocht
3. verhuist
4. gefeliciteert

Voltooid deelwoord

geen voltooid deelwoord

gelopen

geslapen

slapen

gedaan

doen

schrijven

Schrijf het voltooid deelwoord op:

SPELEN: We hebben wel drie rondes …………

Schrijf het voltooid deelwoord op:

HUILEN: Toen hij viel, heeft hij hard …...

Schrijf het voltooid deelwoord op:

TROUWEN: Onze beste vrienden zijn vorig jaar …..

Schrijf het voltooid deelwoord op:

VOLGEN: Op de basisschool heb ik een typecursus …….

Schrijf het voltooid deelwoord op:

VERHUIZEN: Een paar maanden geleden zijn we …...

Schrijf het voltooid deelwoord op:

REGENEN: Het heeft al de hele ochtend …...

Schrijf het voltooid deelwoord op:

FIETSEN: Ik heb door de regen ……

Schrijf het voltooid deelwoord op:

WORDEN: Ik ben helemaal nat …...

Schrijf het voltooid deelwoord op:

KRIJGEN: Daarna heb ik van mijn moeder warme chocolademelk ……

Schrijf het voltooid deelwoord op:

ZIJN: Hij is de hele week ziek ……..

Schrijf het voltooid deelwoord op:

WERKEN: Mijn ouders hebben de hele week …….

Schrijf het voltooid deelwoord op:

LIGGEN: Mijn broertje heeft veel op de bank …..

Schrijf het voltooid deelwoord op:

VERMAKEN: Volgens mij heeft hij zich prima …..

Vul het voltooid deelwoord tussen haakjes in de juiste vorm in.

12. Als de suiker goed door de eieren is (mixen), kun je de boter toevoegen.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord

15. Marco (geloven) er niks van.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord


18. Saide heeft contant (betalen).

22. Maak een zin van minimaal vijf woorden met verhuizen als voltooid deelwoord

23. Maak een zin van minimaal vijf woorden met het beleven als persoonsvorm.

Schrijf het voltooid deelwoord op:

WORDEN: Ik ben helemaal nat …...

Schrijf het voltooid deelwoord op:

LIGGEN: Mijn broertje heeft veel op de bank …..

Gerald vertrouw…

niemand

1. t
2. d

Gerald heeft niemand vertrouw…

1. t
2. d

De docent omcirkel…

de onvoldoendes.

1. t
2. d

De kok verbran…

zijn vingers.

1. t
2. dt
3. d

De kok heeft zijn vingers verbran…

1. t
2. dt
3. d

Mijn zusje geloof…

in Sinterklaas.

1. t
2. dt
3. d

Mijn zusje heeft in Sinterklaas geloof…

1. t
2. d
3. dt

Beplakken.
Patrick ... zijn fiets met stickers.

Wat is de tegenwoordige tijd?

Benoem de PV:
Het werkstuk wordt te laat ingeleverd.

1. wordt
2. ingeleverd

Benoem het voltooid deelwoord:
Ik heb gisteren gesport.

1. heb
2. gesport

Schrijf de PV goed:
Ik -houden- jou goed in de gaten.

Schrijf het voltooid deelwoord goed:
Joëlle en Bella hebben de avond van hun leven -beleven-.

Schrijf het voltooid deelwoord goed:
Hebben jullie dit goed -maken-?

Einde oefentoets