Les3.2 bewegingsvormen, organisatievormen

• Kerntaak 1
• MBO
• Studiejaar 1

Kerntaak 1

Heb je alles bij je?

• Boek "Didactiek van een les of training"
• Werkboekje LWP2 Beginner - Etappe werkdocument
• Laptop (en lader)
• Concentratie
• Pen (en papier - agenda?)

Nee? Werken in het OLC 1.10

Doelen deze les

• Je weet wat bewegingsvormen zijn en je kunt voorbeelden noemen.
• Je weet wat organisatievormen zijn en kunt ze benoemen.

Etappe 3

Herhaling 

4 stappen om tot een concreet doel te komen

Bewegings
vorm

Voorwaarde/
omstandigheid

Waarneembaar

eindgedrag

Minimale
eis

borstcrawl

kunnen springen

Lopen

de afstand lopen binnen 30 minuten

als voorzet

uit aanloop met afzet vanaf de balk

10x kunnen overspelen

tijdens een
1-1 partijspel

Let's go..

Bewegingsvormen

Alle sport- en bewegingsactiviteiten die de sportleider laat uitvoeren door de SB-deelnemers, om de doelstellig te bereiken.

10 basisvormen van bewegen - "schijf van 10"

De bewegingsvormen vallen binnen één van deze 10 basisvormen.
Dribbelen valt bijvoorbeeld onder gaan en lopen. 
Een zweefstand maken op de balk valt onder balanceren en vallen.

Een wreeftrap uitvoeren valt onder de basisvorm trappen, schieten en mikken.

Opdracht

Schrijf minimaal 4 bewegingsvormen op en noem de basisvorm erbij.

(Bijvoorbeeld dribbelen - gaan en lopen)

De gegeven voorbeelden mogen niet genoemd worden

Bewegingsvormen kun je ook omschrijven als:

1. Oefenstof
2. Trainingsvormen
3. Bewegingsactiviteiten
4. Allemaal goed

Bewegingsvormen

Heeft niks met bewegingsvormen te maken

Trainingsvormen

Filmen van de training

Oefenstof

Sport- en bewegingsactiviteiten

Een fluitje gebruiken tijdens de les

Pylonen gebruiken in de training

Hoe kies je een bewegingsvorm?

Je kiest een bewegingsvorm op basis van:

• De beginsituatie
  
• De doelstelling
• De evaluatie van de vorige les

Eisen aan de bewegingsvorm

Bewegingsvormen (oefeningen) moeten aan een aantal eisen voldoen. Het moet:

• veilig zijn (zowel fysiek als sociaal)
• betekenisvol zijn (waar gaat het eigenlijk om?)
• voldoende belevingswaarde en afwisseling hebben (aansluiten)
• optimale intensiteit mogelijk maken (zoveel mogelijk tijd bewegen)
• differentiatie mogelijk maken (rekening houden met verschillen)
• methodisch goed opgebouwd zijn. (van makkelijk naar moeilijk)

Organisatievormen

• individueel werken
• in groepjes werken 
• verschillende vakken
• circuitvorm
• hindernisbaan
• parcours
• speeltuin/ vrije vorm 

Hoe ga ik mijn les indelen? 

Je weet wat bewegingsvormen zijn en je kunt voorbeelden noemen.

Je weet wat organisatievormen zijn en kunt ze benoemen.

Tijd voor...

• LWP2 afmaken/ verbeteren
• Huiswerk (verder werken in je boekje)
• Plannen LWP2 (herkansing)
• Plannen LWP3

Volgende les meenemen

• Boek "Didactiek van een les/ training)
• Huiswerkboekje
• Pen/ (papier)
• Laptop (en lader)