week 2 & 1

• anatomie, fysiologie en pathologie
• MBO
• Studiejaar 4

MDL aandoeningen

Oesofagus 

Gaster

Intestinum tenue

Pancreas

Hepar 

Colon 

Farynx 

slokdarm

Maag

dunne darm

Alvleesklier

Lever

dikke darm

Keelholte

bacterieel of viraal speekselklierontsteking

Speekselklieren

Tumoren 

• Oorspeekselklier 
• Goed of kwaadaardig (maligne) 
• OK 

 

Sialolithiasis: 

• Veelal in afvoergang 
• Ondertongspeekselklier 
• Evt. zwelling, ontsteking klier 
• Zo nodig OK 

 

Retentiecysten: 

• blaasje met vocht
• Afknippen  

Plaveiselcarcinomen

Leukoplakie 

• Tabak/alcohol/tandafwijking/ slechte hygiëne 

Ulcera 

• Slecht genezende wondjes 

Lipcarcinoom 

• Pijprokers 
• UV licht 

Sialolithiasis:

Stenen in de speekselklier.

Pijn/verdikking bij oor/onderkaak

Pijn tijdens of na een maaltijd, kan helpen om te zuigen/harde snoepjes te eten

Retentiecysten

blaasje of holte gevuld met vocht, ontstaan door verstopping van een 

afvoergang van een klier.  wordt afgeknipt aan bovenzijde cyste

Ulcera(scherpe voorwerpen, gevolg van plaveiselcarcinoom, alcohol en tabakmisbruik

Lipcarcinoom Het beginstadium door een terugkerend blaartje, een oppervlakkig zweertje, kloven of korstjes die niet willen genezen of leukoplakie van de lip

Sialolithiasis 

leukoplakie 

ulcera 

retentiecysten 

lipcarcinoom

tumor

Gevolg van het tekortschieten van de druk in de onderste slokdarmkringspier. Maaginhoud kan dan terugstromen in de slokdarm. Maagzuur remmers, slijmvliesbeschermers, functie van kringspier van slokdarm. Eventueel OK

Slokdarmspasmen:

Krampaanval

Snel eten, koud voedsel emotionele situaties

Achalasie

Onderste slokdarmsfincter niet goed ontspant en vrijwel voortdurend gesloten is  vastzitten voedsel

Gaat niet snel naar de maag. Vooral tussen 20-40. niet te genezen oprekken is enige behandeling

Aandoeningen maag

• Shock

• Acuut ontstane pijn in bovenbuik

Melaena

Haematemesis

Vaak doodstil in bed

stress

ziekte

langdurige plaatselijke bloedvatvernauwing

defense musculaire

Maagbloeding

maagperforatie

Stress ulcus

maag bloeding, maagperforatie (complicatie van ulcus pepticum en stress ulcus (maagsonde en medicatie

Bariatrische chirurgie

• Behandeling van overgewicht
  

1. Maagband
   
2. Gastric sleeve maagverkleining 
3. Gastric bypass
   

• Verkleinen van maagcapaciteit of                                                                       beperking darmlengte darmen

Letterlijk betekend het omzeilen van de maag

Vaak verkleind tot 10% van oorspronkelijke omvang ( 30 cc)

Verteringssappen uit alvleesklier en galwegen worden omgeleid en komen 120 cm later bij voedsel

Sneller voldaan gevoel

Wat is malabsorptie?

Malabsortpie: slechte absorptie  opgenomen vanuit de darm in het bloed

Vitamine K tekort: stoornissen in bloedstolling

Symptomen: vermoeidheid, toename feces (ontlasting gewicht), later stadium  diarree,gewichtsverlies, anorexie. Stinkende feces. Opgezette buik.

Wat is Maldigestie?

Hebben veel met elkaar te maken, treden daarom vaak samen op

Gevolg  tekort aan voedingsstoffen

Maldigestie: Storing in spijsvertering  voedingsstoffen niet goed verteerd worden.

Lactose- intolerantie  onverteerde lactose wordt omgezet in stoffen die darmklachten geven(diarree/krampen/gasvorming)

Bristol Stool Chart

Vetdiarree is een vettige en dunne ontlasting. Bij vetdiarree zitten er meer vetten in de ontlasting dan normaal.

Vertering van vetten is verstoord. tekort aan galvloeistof of alvleeskliersap. aandoening aan de lever, galwegen of alvleesklier

Bacteriele overgroei

Sterke toename bacteriën

Oorzaak:

Divertikels: uitstulping in de darm

gevolg malabsorptie

Korte darm syndroom

• Minder dan 2 meter
  
• Verwijdering darm
  
• Gewichtsverlies /diarree (vettige)/ vermoeidheid
  

¾ verwijdering van de darm  bij jonge mensen door ziekte van Crohn, ongeval, trombose, kronkel  afsterven

Bij oudere gevolg van ischemie (verminderde bloedvoorziening) door ernstige circulatie stoornissen

Te weinig dunnedarmslijmvlies  malabsorptie  aangepaste voeding noodzakelijk

Adaptatie (aanpassingsvermogen) functies overnemen van het deel van de darm dat verwijderd is. Hierdoor nemen klachten vaak af in de maanden en jaren na een operatie. Bij kinderen is het aanpassingsvermogen meestal groter dan bij volwassenen