2.4 Monopolie

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

2.4 Monopolie

LH4.ec1

Planning 

- Terugblik paragaaf 2.3

- Paragaaf 2.4

- Aan de slag 

- Terugblik en afsluiting 

Welke kenmerken heeft een markt van monopolistische concurrentie? Wat is het verschil met volkomen concurrentie?

Huiswerk bespreken! 

- Lees paragaaf 2.3 door en maak de opdrachten 1 T/M 3. 

- Heb je vragen? Steek je vinger op of overleg zacht met je buurman/buurvrouw. 

Leerdoelen 2.4 

- Je kunt het marktevenwicht berekenen bij een monopolie.

- Je kunt uitleggen hoe een monopolist winst kan vergroten, bijvoorbeeld doormiddel van prijsdiscriminatie. 

Waar denken jullie aan bij een monopolie?

Monopolie

- Een aanbieder

- Prijszetter

- Homogeen product

- Geen toetreding

- Maximale winst: MO = MK

MO en MK bij een monopolist

- Marginale opbrengst = extra opbrengst per eenheid

- Marginale kosten worden bepaald door productiefunctie

- MO is altijd lager dan de marktprijs, want hoe meer hij wil verkopen, hoe lager de prijs moet zijn van alle eenheden die er verkocht gaan worden

Mogelijkheden voor een monopolist

- Meer verkoop door prijsverlaging

- Extra opbrengsten

- Minder opbrengsten door prijsverlaging als oude klanten een hogere betalingsbereidheid hadden

- Winstmaximalisatie, betekent productie verhogen zolang MO groter is als MK (extra verdiensten aan extra geproduceerde eenheid)

- Als MO kleiner is als MK, stopt de extra productie (winst neemt af)

Marktevenwicht (grafisch)

Marktevenwicht in een Monopolie (volgende dia):

Collectieve vraag: Dit is de totale vraag in de markt voor het product van de monopolist bij een bijhorende prijs (P = GO).

MO (Marginale Opbrengst): Dit is de extra opbrengst die de monopolist ontvangt voor elke extra verkochte eenheid. De MO-lijn ligt onder de vraaglijn, omdat elke extra eenheid tegen een lagere prijs moet worden verkocht om meer te kunnen verkopen.

MK (Marginale Kosten): Dit zijn de extra kosten voor het produceren van een extra eenheid. In een efficiënte markt zouden bedrijven produceren tot de MK gelijk is aan de prijs, maar een monopolist zal produceren tot de MO gelijk is aan de MK.

Marktevenwicht: Voor de monopolist is dit het punt waar de MO de MK snijdt. Op de dia is dit bij een hoeveelheid van 6 (Q = 6). De bijbehorende prijs is €10.

Markevenwicht (grafisch)

- Break-even?

- Bij welke Q is de winst maximaal?

- Bereken de winst in deze situatie?

- Arceren winst

Prijsdiscriminatie 

- Prijsdiscriminatie

- Onderling doorverkoop niet mogelijk (arbitrage)

- Marktsegmenten (consumenten in groepen verdelen)

- Perfecte prijsdiscriminatie (in praktijk onmogelijk)

Aan welke twee eisen moeten voldaan zijn om te spreken van prijsdiscriminatie? Waarom is perfecte prijsdiscriminatie in de praktijk lastig?

Aan de slag!

- Lees paragaaf 2.4 door en maak de opdrachten 3 T/M 11. 

Heb je vragen? Steek dan je vinger op. 

Leerdoelen 2.4 

- Je kunt het marktevenwicht berekenen bij een monopolie.

- Je kunt uitleggen hoe een monopolist winst kan vergroten, bijvoorbeeld doormiddel van prijsdiscriminatie. 

Terugblik en afsluiting

• Terugblik paragaaf 2.3
• Paragaaf 2.4
• Volgende les!
• vragen? opmerkingen?