d08B : de ondergang van Troje

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

naamval : ablativus
- bijwoordelijke bepaling : extra informatie

- tijd, plaats, middel/manier
(voorzetsels : pro, cum, sine, ab, ex, de)

- herkennen aan uitgang :
1. a / is
2a. o / is
2b. o / is

Slide 2 - Diapositive

In regel 1 t/m 3 staat een ablativus. Welk woord is dat?
A
nox
B
Troiani
C
somno
D
ei

Slide 3 - Quiz

Stelling: deze ablativus komt NA een voorzetsel.
A
JA
B
NEE

Slide 4 - Quiz

Check je vertaling:
Het was nacht. De Trojanen sliepen. Aeneas sliep ook. Kijk, in zijn slaap verschijnt Hector aan hem en zegt:
'Jij, Aeneas, moet vluchten! De vijand heeft de muren!'

Slide 5 - Diapositive

Stelling: erat, dormiebant en dormiebat staan in het imperfectum.
A
JA
B
NEE

Slide 6 - Quiz

Stelling: apparet, dicit en habet staan in het praesens.
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de wijs (modus) waarin 'fuge' staat?
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 8 - Quiz

Vertaal:
Armis Troiam servare non iam poteris!
Fuge et Penates Troiae serva et
auxilio deorum novam Troiam conde.

Slide 9 - Diapositive

Nakijken:
Jij zult Troje niet meer kunnen redden met wapens. Vlucht en red de Penaten van Troje en sticht met de hulp van de goden een nieuw Troje.

Slide 10 - Diapositive

Klopt deze vertaling?
'Aeneas statim experrectus est. Cito e lecto surrexit et foras iit. Ibi spectaculum dirum vidit:

Aeneas werd meteen wakker. Snel stond hij op uit bed en ging naar buiten. Daar zag hij een afschuwelijk schouwspel :

Slide 11 - Diapositive

'ubique Graeci Troianis instabant telis et gladiis' betekent:
A
overal zaten Grieken op Trojanen en pijlen en zwaarden
B
overal zaten Grieken Trojanen achterna met pijlen en zwaarden
C
overal zaten Trojanen Grieken achterna met pijlen en zwaarden

Slide 12 - Quiz

Vertaal:
Troiani per vias currebant, feminae clamabant, liberi lacrimabant: it clamor caelo.

Slide 13 - Diapositive

Nakijken:
Trojanen renden door de straten, vrouwen schreeuwden, kinderen huilden: hun geschreeuw ging naar de hemel.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aeneas nam zijn wapens en rende door de menigte naar het paleis. Daar zaten koning Priamus en zijn vrouw en dochters bang op het altaar. Een van hun zonen probeerde naar het altaar te vluchten, maar tevergeefs :

Slide 16 - Diapositive

wat betekent : 'ante oculos parentum Graeci eum gladiis necaverunt' ?
A
voor de ogen van zijn ouders hebben de Grieken hem gedood met hun zwaarden
B
Voor de ogen van de Grieken doodde hij zijn ouders met een zwaard
C
Zijn ouders hebben hem gedood met zwaarden van de Grieken

Slide 17 - Quiz

Tot slot ...
'Aeneas horruit, ut vidit. Deis parere et e Troia fugere statuit.'

Aeneas huiverde, toen hij dat zag. Hij besloot de goden te gehoorzamen en uit Troje te vluchten.

Slide 18 - Diapositive

In welke tijd staan horruit, vidit en statuit?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum

Slide 19 - Quiz