Vertaaltoets Somnium Aeneae

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vertaaltoets Somnium Aeneae

Oei, dat was best een zware dobber...

Lees de inleiding!

Grieken vs Trojanen.

Grieken zijn stad (Troje dus) binnengekomen

Hector = Trojaan en dood

Aeneas = Trojaan

Wat weet je nog over Aeneas uit het vorige thema?

Nocte Aeneas dormit in lecto. (1 pt)

's Nachts slaapt Aeneas in bed.

 

   

Subito apparet ei umbra Hectoris. (2 pt)

Plotseling verschijnt aan hem de schim van Hector.

Dicit Aeneae Hector: (1 pt)

Hector zegt tegen Aeneas:

Dicit Aeneae Hector: (1 pt)

Hector zegt tegen Aeneas:

“Milites Graecorum iam in urbe sunt. (2 pt)

"De soldaten van de Grieken zijn al in de stad.

Arcem Troiae tenent (2 pt)

Ze bezetten de burcht van Troje

et gladiis et armis cives necant ubique in urbe! (2 pt)

en met zwaarden en wapens doden ze burgers overal in de stad!

Cum Troianis pugnant et mox superant! (2 pt)

Ze vechten met (de) Trojanen en overwinnen spoedig!

Igne urbem delent. (1 pt)

Ze vernietigen de stad met vuur.

 Eos retinere aut populum protegere non iam potes. 

(2 pt)

Hen tegenhouden of het volk beschermen kun je niet meer.

Of: Je kunt hen niet meer tegenhouden of het volk beschermen.

Ideo fuge (1 pt)

Vlucht daarom

et porta tecum patrem et uxorem et filium et Penates urbis!” (2 pt)

en draag met jou je vader, (en) echtgenote/vrouw, (en) zoon en de huisgoden/Penaten van de stad.

Aeneas statim excitatur (1 pt)

Aeneas staat meteen op

et uxori dicit: (1 pt)

en zegt tegen zijn vrouw/echtgenote:

Fugere debemus. (1 pt)

We moeten vluchten.

Dei Troiae non iam favent. (2 pt)

De goden steunen Troje niet meer.

In viis hostes currere video. (2 pt)

Ik zie (de) vijanden rennen in de straten.

 Post decem annos Graeci tandem dolo in urbem intraverunt.” (2 pt)

Na tien jaar zijn de Grieken eindelijk met een list de stad binnengekomen.

Pater fugere recusat et dicit: (2 pt)

Vader weigert te vluchten en zegt:

“Si Troiam amamus, (1 pt)

Als wij van Troje houden,

pugnare et auxilium deorum orare debemus".” (2 pt)

moeten we vechten en smeken om (de) hulp van de goden."

Aeneas autem respondet: (1 pt)

Aeneas antwoordt echter:

“Immo, nemo Troiam servare potest. (1 pt)

"Integendeel, niemand kan Troje redden.

Hodie est dies ultimus Troiae." (1 pt)

Vandaag is de laatste dag van/voor Troje."