Formeel strafrecht deel 1

Formeel strafrecht deel 1
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
PraktijkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Formeel strafrecht deel 1

Slide 1 - Diapositive

Als de Ovj een strafbeschikking heeft uitgevaardigd, spreken we dan nog van een verdachte?
A
Ja, dit is immers een vervolgingsactie
B
Nee, er is dan sprake van een veroordeelde

Slide 2 - Quiz

Een BOA voert een identificatiefouillering uit in de hoop een zakje cocaïne te vinden. Dit noemen we ...
A
Voortgezette toepassing van bevoegdheden
B
Herhaalde toepassing van bevoegdheden
C
Je m'apelle frikandel
D
détournement de pouvoir

Slide 3 - Quiz

Staande houden heeft tot doel de identiteitsvaststelling van ...
A
een persoon
B
een verdachte
C
een verdacht persoon

Slide 4 - Quiz

Het niet voldoen aan een vordering om een geldig identiteitsbewijs te tonen, is strafbaar gesteld in ...
A
art. 447e WvSv
B
art. 447e WvSr
C
art. 184 WvSv
D
art. 184 WvSr

Slide 5 - Quiz

Een toezichthouder is ook bevoegd een identiteitsbewijs te vorderen. Dit staat in ...
A
art. 5:16a Algemene wet bestuursrecht
B
art. 6a Wet op de bijzondere opsporingsdiensten
C
art. 8 Politiewet 2012

Slide 6 - Quiz

BOA Jan wil een verdachte staande houden maar die verdachte weet te ontkomen. Twee weken later ziet Jan dezelfde man op straat. Mag hij de man alsnog staandehouden?
A
Ja, maar alleen als er vanaf de ontdekking op heterdaad onafgebroken opsporingshandelingen zijn verricht
B
Nee, er is dan geen sprake meer van heterdaad
C
Ja, staandehouden mag ook buiten heterdaad
D
Nee, hij moet het bevel van de (h)Ovj afwachten

Slide 7 - Quiz

De identiteit van een aangehouden verdachte moet worden vastgesteld door ...
A
een algemeen opsporingsambtenaar
B
een voor dat strafbare feit bevoegde opsporingsambtenaar (kan BOA zijn)
C
de (h) Ovj

Slide 8 - Quiz

Bij twijfel over de identiteit van de verdachte moeten er foto's en vingerafdrukken worden gemaakt. Wie geeft hiertoe het bevel?
A
de (h)Ovj
B
een algemeen opsporingsambtenaar
C
een politieboa

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de voorwaarden voor een identificatiefouillering?
A
Dit moet zoveel mogelijk gebeuren door iemand van hetzelfde geslacht
B
Er mag niet in tassen en dergelijke worden gezocht
C
Dit mag in beginsel niet in het openbaar
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

Johan heeft drie Cobra's (vuurwerk) op z'n slaapkamer liggen. Ze zijn nog over van vorig jaar. Johan is op vakantie in het buitenland maar de Cobra's zijn aangetroffen tijdens een politiecontrole. Is er sprake van heterdaad?
A
JA
B
NEE

Slide 11 - Quiz

Een BOA heeft een verdachte van diefstal aangehouden als burger. Mag de tas met gestolen spullen door de BOA in beslag worden genomen?
A
JA
B
NEE

Slide 12 - Quiz

Wanneer mag een verdachte buiten heterdaad worden aangehouden?
A
Op bevel van de hovj
B
Alleen bij VH feiten
C
op bevel van de Ovj
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quiz

Mag een burger bij ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit plaatsen betreden om een verdachte aan te houden?
A
Ja, maar alleen bij misdrijven
B
Ja, zowel bij misdrijven als overtredingen
C
Nee, plaatsen betreden mag nooit
D
Nee, dit mag alleen na een bevel van de Ovj

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van 'ophouden voor onderzoek'?
A
Identiteitsvaststelling
B
verhoor
C
uitreiken van mededelingen over het vervolg van de strafzaak
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

Klaas wordt om 21.00 uur aangehouden voor een feit waarop GEEN voorlopige hechtenis is toegelaten. Om 22.00 uur wordt Klaas voorgeleid aan de hovj. Om 22.30 uur geeft de hovj bevel om de verdachte op te houden voor onderzoek. Hoe laat staat de verdachte uiterlijk weer buiten?
A
12.00 uur
B
12.30 uur
C
13.30 uur
D
14.30 uur

Slide 16 - Quiz