12-04-2023 H1A gram bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in je tas

Boek op tafel

Bonjour à tous!

Donderdag 20 april

SO EFGH hoofdstuk 5

Wat moet je leren?

- Voca E + F (blz.41)

- Phrases-clés G (blz.42)

- Grammaire H (bijvoeglijk naamwoord) (blz.43)

- avoir, être, werkwoorden op -er

Aujourd'hui:

- Je vais apprendre...

- Grammaire

- Au travail!

Je vais apprendre...

Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk naamwoord gebruiken in het Frans.

Prends le livre à la page 36

Lees de grammatica in stilte door

In het Nederlands

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen? 

-> Ik heb een rode auto.

-> De kat is schattig.

In het Frans

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan 

aan het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort.

-> le chat est mignon

  

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Hoe werkt het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> je zet niks achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw vrouwelijk enkelvoud-> +e achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> +s  achter het zelfst. nw

Zelfstandig nw  vrouwelijk meervoud -> +es  achter het zelfst. nw

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

-> Le chat est mignon

Voorbeelden

Le sac à dos (rouge) -> le garçon rouge

Ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande

Les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents

Mes copines sont (grand) -> mes amies sont grandes

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture rouge. 

Les sacs à dos gris.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Uitzonderingen

Het schema werkt voor 3 woorden niet, dat zijn de woorden:

  - beau (mooi)

- nouveau (nieuw)

 - vieux (oud)

Exercice

               

  Ma copine est (beau) __________

  Les films sont (intéressant) ________

  Le jardin est (coloré) _________

  Mes soeurs sont (français) ________

    

    

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in. 

Je mag overleggen. We bespreken de opdracht over 2,5 minuut.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Au travail!

Fais les exercices: 30d,  30e,  31,  32b

à la page 36/37/38

Klaar? -> steek je hand op, dan kom ik langs om het te controleren

Je vais apprendre...

Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk naamwoord in zinnen gebruiken in het Frans.