Katheteriseren vrouw / man

Katheteriseren man & vrouw
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
Skills 3 jarige BBLMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Katheteriseren man & vrouw

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaaskatheteriseren is een...
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke indicaties zijn
er om een katheter
te plaatsen?

Slide 4 - Carte mentale

  • onvoldoende ledigen van de blaas
  • inbrengen van medicatie
  • voor een operatie of onderzoek
  • exact bijhouden van urine output
  • afnemen urinekweek
  • het bieden van comfort in de terminale/stervensfase
  • huidschade door incontinentie die niet wil genezen
Indicaties
Monitoring van urineoutput (in acute situaties zoals shock)

Langdurige chirurgische ingrepen, chirurgische ingrepen in urogenitaal gebied
Behandelingen waarbij grote hoeveelheden diuretica worden toegediend, Bepalen van urineresidu na spontane mictie
Afname van een urinekweek (bij incontinentie, verminderde contractiliteit van de blaasspier)
Toediening van een blaasspoeling





Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 2 indicaties voor intermitterend katheteriseren

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicaties voor intermitterend katheteriseren
- urine steriel opvangen voor bacteriologisch onderzoek
- urineretentie bepalen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem indicaties voor een verblijfskatheter

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicaties voor verblijfskatheterisatie
-  prostaatvergroting met risico op decubitus
- postoperatief, bijvoorbeeld na buik- of bekkenoperatie 
- blaasspoeling

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem contra indicaties voor katheteriseren

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

contra indicatie
  • Zorgvragers met een vergrote prostaat. Er is een grote kans dat je de prostaat tijdens de blaaskatheterisatie beschadigt.
  • Zorgvragers bij wie het vermoeden bestaat dat de urethra is beschadigd, bijvoorbeeld door een eerdere traumatische blaaskatheterisatie.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Katheters
lumen: naam voor holle slang van de katheter
  • enkel lumen: afloop urine
  • dubbel lumen: afloop urine en ballon
  • triple lumen: afloop urine, ballon en spoelen
Maatvoering: dikte katheter in Ch (Charriere) 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glijmiddel & ballon
Glijmiddel: 
  • verdovend
  • glijmiddel
  • desinfecteren
Ballon:
  • plaats houden van katheter
  • 6-10 ml steriel water in ballon
  • Ballon volledig vullen en daarna water terug laten lopen tot afgesproken hoeveelheid

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie groepen opvangsystemen. Noem voor- en nadelen.

  • De nachtzak (bedzak). De nachtzak heeft een groot opvangvolume (gemiddeld 2 liter). Deze zak wordt met een ophangrekje aan het bed van de zorgvrager gehangen.
  • De dagzak (beenzak). Deze zak werkt prima bij zorgvragers die mobiel zijn. De dagzak kan onder de kleding worden gedragen.
  • Het gesloten opvangsysteem. De katheter en de opvangzak vormen een gesloten afvoersysteem. Minimaliseert het risico op katheter gerelateerde urineweginfecties. Bezit terugslagklep. Kan Urimeter bezitten.








Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hebben vrouwen een verhoogde kans op een blaasontsteking?
A
korte urinebuis
B
lange urinebuis
C
ontbreken prostaat
D
hormonen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Intermitterend katheteriseren

  • heeft voorkeur boven verblijfskatheter
  • verkleint risico op infectie en complicaties
  • elasticiteit blaas blijft behouden
  • enkel lumen katheter 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van glijmiddel?
A
desinfecterend
B
vult plooien
C
verdovend
D
soepeler inbrengen van de katheter

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is een eenmalige katheter?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke complicaties kunnen er optreden bij het plaatsen van een katheter?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke complicaties kan jij noemen en verklaren bij het katheteriseren. Hoe los je dit probleem op?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was ook alweer
de functie
van de ballon?

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let jij op tijdens het katheteriseren van een cliënt?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijderen van  blaaskatheter
zodra er geen indicatie meer is
1. Ballon legen (passief)
2. zorgvrager laten zuchten 
3. katheter verwijderen
4. 1e mictie binnen 8 uur

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een katheter verwijdert dan laat je de ballon leeglopen. Hoe doe je dat?
A
oefen je druk uit op de stamper
B
vult de spuit vanzelf
C
laat je de zv persen
D
laat je de zv hoesten

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 1 nadeel van een verblijfskatheter?
A
risico op artritis
B
risico op spasme
C
risico op urethritis
D
risico op galstenen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze speciale katheter?
A
Nelaton katheter
B
Tiemann katheter
C
Ergothan katheter
D
Kugel katheter

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke methode van blaasspoelen kennen we bij een 2 lumen katheter

A
gesloten systeem
B
open systeem
C
beide juist
D
beide onjuist

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasspoelen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je;
- Volgens het protocol Vilans blaasspoelen via verblijfskatheter en met katheterspoelen met spuit
- Indicatoren en risico's benoemen voor het blaasspoelen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:
Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.
Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Actieve versus passieve blaasspoeling
Passieve blaasspoeling
Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blaasspoeling is niet altijd zinvol of wenselijk. Enkele contra-indicaties bij blaasspoelen zijn

overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel
beschadiging van het blaasslijmvlies
nierfunctiestoornissen
leverfunctiestoornissen
urinewegobstructies
blaasperforatie







Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasspoelen
Met ruime hoeveelheid vloeistof
Medicijnen?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke observatiepunten bij blaasspoelen zijn:
A
Weerstand
B
Debris/Stolsels
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Observatiepunten bij blaasspoelen
A
Weerstand
B
Pijn of bloed
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij blaasspoelen draag je steriele handschoenen
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

blaasspoelen doe je...:
A
1 x per week
B
nooit
C
bij obstructie
D
bij blaasontsteking

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed bij de urine kan een complicatie zijn van een blaasspoeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat klopt over blaasspoelen?
A
doel: blaasontsteking voorkomen
B
doel: blaas of katheter reinigen
C
dagelijks nodig voor juiste effect
D
op kamertemperatuur toedienen

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van blaasspoeling?
A
Katheterslang open houden
B
Toedienen van medicatie
C
Standaard verzorging bij een blaaskatheter
D
Verlengen levensduur katheter

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat klopt er niet,
blaasspoelen ....
A
is heel belangrijk
B
kan blaaskrampen veroorzaken
C
is eenmalig
D
is hetzelfde als blaas irrigatie

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
vloeistof op kamertemperatuur
B
langzaam de vloeistof laten inlopen
C
allebei zijn goed

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke methoden van blaasspoelen kennen we
A
gesloten systeem
B
open methode
C
beide onjuist
D
beide juist

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions