1.2 Ruimtelijk beleid

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Par. 1.2 Ruimtelijke ordening in NL

Lesdoelen

• Aangeven dat de concurrentie(strijd) om de ruimte op verschillende schaalniveaus een complex vraagstuk is waarbij meerdere actoren betrokken zijn.
• Ruimtelijk vraagstukken in stedelijke gebieden analyseren met de nadruk op samenwerking in omliggende gemeentes.
• Beschrijven hoe het beleid van de overheid zich ontwikkeld heeft ten aanzien van de ruimtelijke vraagstukken in de Randstad en dit kritisch evalueren.

Bestuur & beleid

Het openbaar bestuur regelt de ruimtelijke ordening van Nederland. 

Bij deze ruimtelijke ordening gaat het simpel gezegd over wat waar mag. 

Dit kunnen we indelen in 3 organen:

Het rijk, de provincies en de gemeenten

Ruimtelijk beleid: langetermijnplannen

 Ambitie van de Structuurvisie (2008): 

Randstad internationaal aan de top, door:

- Sterke duurzame economie met goede bereikbaarheid

- Voldoende werk en welvaart om sociale voorzieningen te kunnen dragen

- Verschillende en aantrekkelijke woonomgevingen

- Veiligheid bij klimaatverandering

NOVI (Nationale Omgevingsvisie, 2020): natuur, 

milieu, duurzaamheid, gezondheid

 De Randstad en de ruimte

De overheid kent 2 soorten beleid t.a.v de ruimte, namelijk: regionaal beleid (integraal beleid voor een bepaald gebied) en sectoraal beleid (één beleidsthema bv landbouw of wonen)

Ruimtelijke ordening

Sectoraal beleid

Welke sectoren zijn allemaal betrokken bij de aanleg van de Betuwelijn zichtbaar in de foto?

Geef je antwoord op de volgende pagina

1. Welke sectoren zijn
allemaal betrokken
bij de aanleg van de
Betuwelijn zichtbaar
in de foto?

Welk belangrijk nadeel zit er aan sectoraal beleid?

Omgevingswet (vanaf 2018) maakt het mogelijk om besluitvorming over Ruimtelijke Ordening sneller en eenvoudiger te maken.

Het filmpje over de aanleg van een stuk A4 illustreert hoe lang sommige projecten worden uitgesteld. Vaak is er sprake van veel verschillende belangen in zo'n gebied.

Ontwikkelingen in het ruimtelijk beleid

• Het spreidingsbeleid (vanaf 1960)
• Het concentratiebeleid (vanaf 1990)

Spreidingsbeleid 1960-1990

• Het beleid van de overheid dat zich richt op de spreiding van mensen en activiteiten (werk) over het hele land
• Veel mensen gingen op zoek naar woonruimte buiten de stad.
  
• Het platteland dreigde volgebouwd te raken.
  

In het wit: de groeikernen, die inmiddels zijn uitgegroeid tot steden.

Beschrijf kort een belangrijk negatief gevolg van groeikernen voor de stad waar ze bij horen?

Groeikernen: gevolgen:

• Files
• Afname draagvlak voorzieningen in de stad

Daarom:

Concentratiebeleid (1990-nu)

Dit om de congestie 

en verarming van de stad tegen te gaan.

Maatregelen:

• Compact stadsbeleid
  
• Stedelijke herstructurering
  
• Vinex-locaties

Compacte Stad (voorbeeld van concentratiebeleid)

Het gevolg van verdichtingsnieuwbouw, waarbij in een stad alle open plekken en oude bedrijfsterreinen worden volgebouwd +  om de stad weer aantrekkelijk te maken voor grotere groepen mensen. Met compacte stad wordt ook bedoeld de historische stad inclusief de daaromheen liggende 19e eeuwse wijken.

Vin

Vinex-locaties als voorbeeld van concentratiebeleid

Maak nu van 

par. 2: 1, 2, 3 en 6