H3 TT-VT-VD n.a.v. analyse test

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Mijn kleine broertje (geloven) nog in de Sint.

1. geloofd
2. gelooft

De schilderijen kunnen worden (bewonderen) in het museum.

1. bewondert
2. bewonderd
3. bewonderdt

Het vlees wordt in de diepvries (ontdooien).

1. ontdooid
2. ontdooit
3. ontdooidt

beer + sterk

Wat is goed?

1. zonnenschijn
2. zonneschijn

Wat is goed?

1. bietensap
2. bietesap

1. koninginnendag
2. koninginnedag

1. geboortekaartje
2. geboortenkaartje

Komende maanden moet er worden (bezuinigen) op de uitgaven.

Ik heb hele angstige momenten (beleven).

1. beleeft
2. beleefd
3. beleefdt

Enkelvoud tegenwoordige tijd:
stam + ....

Het afgelopen jaar zijn er minder mensen beroofd. Beroofd =

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

Hoe vind je de persoonsvorm?

Ik heb aangekondigt dat ik ga stoppen. Verbeter de fout.

De vader, met het kind, die ziek is zit al lang te wachten. Wie is ziek?

Ik verspreid, hij.......(TT)

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Ik brandde gisteren mijn vinger aan de kaars. Waarom schrijf je brandde met dd?

Leg uit wat de regel van SeXyFoKSCHaaPJe is.

Heel langzaam hersteld ze van de ziekte. Waarom is hersteld hier fout?

1. hersteld mag je nooit met een -d schrijven
2. hersteld is hier een persoonsvorm
3. hersteld is een voltooid deelwoord en geen persoonsvorm

Mijn arm is plaatselijk (verdoven) in verband met een kleine ingreep.

Volgende week ...... hij zijn tuin vast heel mooi.

1. versierdt
2. versiert
3. versierd

Heb jij jouw balkon al ....

1. versierd
2. versiert
3. versierde
4. versierdt

Waarom is dit fout: gisteren rendde ik snel naar huis.

TT: ik begeleid
VT: ik ................

1. begeleidte
2. begeleide
3. begeleidde
4. begeleed

TT: ik brei
VT: ik .......

1. bree
2. breide
3. breidde
4. breidden

Let op:

dit schema geldt alleen voor de zwakke werkwoorden:

leggen-legde(n)

redden-redde(n)

zetten-zette(n)

Sterke ww veranderen in 

de VT

lopen-liep(en)

kopen-kocht(en)