Engels unit 4

Engels unit 4
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Engels unit 4

Slide 1 - Diapositive

Present simple
Je gebruikt de present simple als iets 
ALTIJD, NOOIT of REGELMATIG gebeurt.

Slide 2 - Diapositive

Present Simple
Je gebruikt het hele werkwoord.
Bij he/she of it plak je een -s achter het werkwoord.

Slide 3 - Diapositive

Present Simple
I eat apples - Ik eet appels
You eat apples - Jij eet appels
He / She / It eats apples - Hij / Zij / Het eet appels
We eat apples - we eten appels
You eat apples - Jullie eten appels
They eat apples - Zij eten appels

Slide 4 - Diapositive

Does en goes
Bij he, she of it plak je een -s achter het werkwoord.
Als een werkwoord eindigt op een -o, 
plak je er bij he, she of it -es achter

Slide 5 - Diapositive

Ontkennende zinnen
In ontkennende zinnen zet je don't of doesn't voor het hele werkwoord.

Slide 6 - Diapositive

Ontkennende zinnen
I don't eat apples
You don't eat apples
He / She / It doesn't eat apples
We don't eat apples
You don't eat apples
They don't eat apples

Slide 7 - Diapositive

Mijn, jouw, zijn
My name - mijn naam
Your name - jouw naam
His name - zijn naam
Her name - haar naam
Its name - zijn/haar naam ( van bijvoorbeeld een hond)

Slide 8 - Diapositive

Mijn, jouw, zijn
Our name - onze naam
Your name - jullie naam
Their name - zijn naam


Slide 9 - Diapositive

Aan de gang zijn
Present Continious
I am playing a game.
You are playing ...
He / She / It is playing ...
We are playing ...
You are playing ...
They are playing ...

Slide 10 - Diapositive

Vraag
Am I playing a game?
Are you playing a game?
Is he / she / it playing a game?
Are we playing a game?
Are you playing a game?
Are they playing a game?

Slide 11 - Diapositive

Ontkennend
I am not playing a game.
You are not playing a game.
He / She / It is not playing a game.
We are not playing a game.
You are not playing a game.
They are not playing a game.

Slide 12 - Diapositive

Wat is de vertaling van...

Available
A
prachtig
B
verkrijgbaar
C
overal
D
proberen

Slide 13 - Quiz

Wat is de vertaling van...

Everywhere
A
daarom
B
prachtig
C
overal
D
zonder

Slide 14 - Quiz

Wat is de vertaling van...

That's why
A
daarom
B
mensen
C
leuk vinden
D
zonder

Slide 15 - Quiz

Wat is de vertaling van...

exciting
A
prachtig
B
snel
C
bezoeken
D
spannend

Slide 16 - Quiz

Wat is de vertaling van...

try

A
verzamelen
B
bezoeken
C
training
D
proberen

Slide 17 - Quiz

Wat is de vertaling van...

collect
A
verzamelen
B
verkrijgbaar
C
bezoeken
D
morgen

Slide 18 - Quiz

Wat is de vertaling van...

feed

A
eend
B
voeren
C
soort
D
bijna

Slide 19 - Quiz

Wat is de vertaling van...

almost
A
prachtig
B
bijna
C
daarom
D
zonder

Slide 20 - Quiz

Wat is de vertaling van...

show
A
laten zien
B
terugkijken
C
beschrijven
D
soort

Slide 21 - Quiz

Wat is de vertaling van...

without
A
overal
B
ongeveer
C
zonder
D
daarom

Slide 22 - Quiz

Wat is de vertaling van...

without
A
overal
B
ongeveer
C
zonder
D
daarom

Slide 23 - Quiz

Wat is de vertaling van...

never
A
kopen
B
altijd
C
mooi
D
nooit

Slide 24 - Quiz

Wat is de vertaling van...

wooden
A
weglopen
B
sturen
C
van hout
D
aanzetten

Slide 25 - Quiz

Wat is de vertaling van...

awesome
A
verkrijgbaar
B
geweldig
C
mooi
D
verkopen

Slide 26 - Quiz