L'adjectif

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

L'adjectif 

Het bijvoeglijk naamwoord

Leerdoelen

1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is het juiste antwoord?

1. C'est un GRAND chien.
2. C'est un GRANDE chien.
3. Ce sont des GRANDS chiens.
4. Ce sont des GRANDES chiens.

Wat is het juiste antwoord?

1. deux PETIT filles
2. deux PETITE filles
3. deux PETITS filles
4. deux PETITES filles

Elle a les cheveux________ (bleu)

Elle est_________(content)

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 

vieille

belles

bonne

nouveaux

bons

beaux

vieux

nouveau

bon

beau

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Un film intéressant.

Normaal staan de bijvoeglijk naamwoorden in het FA achter het zelfstandig naamwoord.

Maar.....

de volgende bijvoeglijke naamwoorden staan vóór het zn:

- BON

- BEAU

- GRAND

- NOUVEAU

- PETIT

- VIEUX

Kijk eens naar de volgende voorbeelden:

Mon  animal préféré c'est Nemo, le chat de ma mère.

Nous habitons dans une grande maison.

Au travail!

Exercices: 17 & 18 (p72)

Vocabulaire: A & B