Middelnederlandse literatuur (MOOC)

Wanneer waren de middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
500-1500
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wanneer waren de middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
500-1500

Slide 1 - Quiz

Wat voor soort kerk is dit?
A
Romaans
B
Gothisch

Slide 2 - Quiz

Wie is de opperste leenheer in het feodale stelsel?
A
Koning
B
Vazallen
C
Adel
D
God

Slide 3 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de Middeleeuwen?
A
Theocentrisme
B
Ridderlijk
C
Burgerlijk
D
Romeins

Slide 4 - Quiz

Wat bracht Karel de Grote mee in 800?
A
christendom
B
islam
C
hebban olla vogala
D
Gruthuuse handschrift

Slide 5 - Quiz

Wie behoorden tot de eerste stand?
A
God
B
Adel
C
Geestelijkheid
D
Burgerij

Slide 6 - Quiz

Geef een andere naam voor het Middelnederlands
A
Duuts
B
Duits
C
Diets
D
Dies

Slide 7 - Quiz

Literatuur in de middeleeuwen
  • Latijn / volkstaal
  • 1100
  • Eerst: ridderlijk en theo-
    centrisch


  • Daarna: didactisch


Brachten de teksten van troubadours ten gehore.


Rijm was erg belangrijk in de voordracht (makkelijk te onthouden)
1

Slide 8 - Diapositive

middelnederlands

Slide 9 - Diapositive

Dus
  • Gemeenschapskunst

  • Zonde van ijdelheid
4

Slide 10 - Diapositive

Taal

Geen eenheidstaal


Diets / Middelnederlands


Geen uniforme spelling

5

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wanneer en waar werd de tekst Hebban olla voguola ontdekt
A
1910 Oxford
B
1930 Oxford
C
1910 Brugge
D
1930 brugge

Slide 13 - Quiz

Omschrijf in een woord 'probatio pennae'

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent 'natureingang'
A
gedicht over de natuur
B
de natuur is een metafoor voor menselijke gevoelens
C
gedicht met alleen natuurbeschrijvingen
D
de auteur schrijft alleen in de natuur

Slide 15 - Quiz

Met welke wetenschap houdt de paleografie zich bezig?
A
bewegingsleer
B
diëten
C
kennis van en over paarden
D
handschriftkunde

Slide 16 - Quiz