Taalvariatie

Taalvariatie
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taalvariatie

Slide 1 - Diapositive

Uit welke kleinere talen
bestaat het Nederlands?

Slide 2 - Carte mentale

Iedereen kan Standaardnederlands praten.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Dialect heeft wel woorden die verschillen van het Standaardnederlands, maar geen grammaticale verschillen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Dialecten zijn kleinschalig: één specifiek dialect wordt meestal maar door een beperkte groep mensen gesproken.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz


A
Het gaat hier om een informele situatie
B
Het gaat hier om een formele situatie

Slide 6 - Quiz


A
Het gaat hier om een formele situatie
B
Het gaat hier om een informele situatie

Slide 7 - Quiz


A
Het gaat hier om een formele situatie
B
Het gaat hier om een informele situatie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Wat betekent 'A' in de titel 'Zot van A'?

Slide 10 - Question ouverte

Waar speelt de film zich af en hoe weet je dat?

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Neem een kladblad en schematiseer hoe de standaardtaal, tussentaal en dialect zich tegenover elkaar verhouden.  Verwerk in je schema ook de termen formeel en informeel

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken taalvariatie

Slide 13 - Diapositive

Probeer o.b.v. de vorige slides een zo volledig antwoord te bieden op de vraag: wat is taalvariatie?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Accenten

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 
Je krijgt zo meteen een aantal fragmenten te horen. Je duidt aan wat je van de spreker vind op het extra blad dat de leerkracht uitdeelt. Er zijn geen juiste of foute antwoorden, het gaat om jouw mening. 

Slide 19 - Diapositive

Opdracht
We bekijken zo meteen een video. Neem notities. Enkele richtvragen:
  • Welk experiment voeren ze uit? 
  • Wat is Sprekend Nederland?
  • Wat is het verband tussen een accent en prestige?
  • Wat voorspelt prof. Gondelaers voor de toekomst?
  • Kun je een algemeen besluit vormen over accenten o.b.v. deze video?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Diapositive

Begrijp jij deze tekst?
Bomma heeft in de solden zwarte pens, salami en botten gekocht. Het was een ander paar mouwen om nog fruitsap, kipkap en fondant te vinden.

Bij valavond kwam bomma’s dochter op bezoek. Ze durfde niet uit de biecht te klappen want ze vond het ambetant om te vertellen dat ze gebuisd was en op kot veel gepoept had. Dus stoefte de dochter maar wat over de smoutebollen die ze had gebakken.
Daarna was ze ribbedebie want ze moest dringend langs de mutualiteit en het interimkantoor. Bij deze laatste viel ze over een aftrekker die tegen de chambrant stond.
Daarna had ze nog weinig goesting om ook nog langs de flikken te gaan. Echt niet plezant.


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Babylonische spraakverwarring

Slide 25 - Diapositive