H3A, les 3

Programme 
  • contrôle des devoirs
  • l'adjectif qualificatif
  • ex 15cd p. 30/31
  • Devoirs: ex 14a p. 19 + ex 16d p. 32
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programme 
  • contrôle des devoirs
  • l'adjectif qualificatif
  • ex 15cd p. 30/31
  • Devoirs: ex 14a p. 19 + ex 16d p. 32

Slide 1 - Diapositive

Het bijvoeglijk nmw (NL)
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mens, dier, ding)
  • Bijvoorbeeld:
     het witte huis,
    de opgeruimde tafels,
    de zware tas

Slide 2 - Diapositive

Hoofdregel

e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petits garçons (de kleine jongens)
la petite fille (het kleine meisje)
les petites filles (de kleine meisjes)

Slide 3 - Diapositive

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: vert

Slide 4 - Question ouverte

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: grand

Slide 5 - Question ouverte

Uitzondering op hoofdregel
d
d
- Bijv nmw eindigt op e? Niet nog een e !
le garçon rouge --> la fille rouge
- Bijv. nmw eindigt op s? Niet nog een s!
le garçon gris --> les garçons gris

Slide 6 - Diapositive

Wat is de vrouwelijke vorm (ev) van:
rouge
A
rouge
B
rougee
C
roug
D
rouges

Slide 7 - Quiz

Wat is de mannelijke vorm (mv) van:
gris
A
gris
B
grise
C
grisee
D
griss

Slide 8 - Quiz

Attention!
Als een (regelmatig) bijv naamwoord op een x eindigt volg je dit voorbeeld:

enk
mv
mannelijk
sérieux
sérieux
vrouwelijk
sérieuse
sérieuses

Slide 9 - Diapositive

Attention!
Als een (regelmatig) bijv naamwoord op een f eindigt volg je dit voorbeeld:

enk
mv
mannelijk
sportif
sportifs
vrouwelijk
sportive
sportives

Slide 10 - Diapositive

Attention!
Als een (regelmatig) bijv naamwoord op -ien eindigt volg je dit voorbeeld:

enk
mv
mannelijk
italien
italiens
vrouwelijk
italienne
italiennes

Slide 11 - Diapositive

Choisis la bonne réponse !
Les filles sont
A
sérieux
B
sérieuses
C
sérieuxes
D
sérieuxes

Slide 12 - Quiz

Uitzonderingen!
Uitzonderingen!

Slide 13 - Diapositive

vrouwelijke vorm van:
beau (mooi)
A
belle
B
beaue
C
beauo
D
bella

Slide 14 - Quiz

vrouwelijke meervouds vorm van
vieux (oud)
A
vielle
B
vieuxs
C
vieilles
D
vieillexs

Slide 15 - Quiz

plaats
Alle bijvoeglijk naamwoorden staan na het zelfstandig naamwoord.
Behalve:

Bijv.:
un beau garçon
un garçon sympa

Alle bijvoeglijk naamwoorden staan na het zelfstandig naamwoord.  Behalve: 
 


p.e.: 
un beau garçon
un garçon sympa

Plaats

Slide 16 - Diapositive

Wat is juist?
A
un grand garçon
B
un garçon grand

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
A
une belle fille
B
une fille belle

Slide 18 - Quiz

Wat is juist?
A
les rouges fleurs
B
les fleurs rouges

Slide 19 - Quiz

Vous avez compris?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Au travail!
Faire: exercice 15 cd pages 30/31
comment: tout seul (en silence!)


Lundi, le 11 septembre
faire: ex 14a (page 29) + ex 16d (page 32)
apprendre: bron A (page 48)
 
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive