Les neurologie

LES NEUROLOGIE
2 OKTOBER 2023

DOOR: WENDY, MART & LYDIA 
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

LES NEUROLOGIE
2 OKTOBER 2023

DOOR: WENDY, MART & LYDIA 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EVEN VOORSTELLEN:
MART

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EVEN VOORSTELLEN:
WENDY

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EVEN VOORSTELLEN: 
LYDIA

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PROGRAMMA 
TIJD
ONDERWERP
+/- 20 min
Stellingen + voorkennis
+/- 1,5 uur 
Theorie 
- neurologie algemeen
- CVA specifiek
- uitleg arts 
- neurologische controles 
+/- 30 min
Praktijk
+/- 15 min
Kahoot quiz 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Stellingen: 
1. Ik ben bekend in het ETZ (staan) ik ben niet bekend in het ETZ (zitten)
2. Ik ben een ochtendmens (staan) avondmens (zitten)
3. Ik heb op een afdeling stage gelopen waar neurologische patiënten/cliënten voorkomen (staan) zo niet (zitten)
4. Ik drink graag koffie (staan) ik drink liever thee (zitten)
5. Ik vind neurologie een moeilijk specialisme
6. Ik draag klompen op stage (staan) ik draag sneakers (zitten)
7. Ik wil later in het ETZ gaan werken 
 
VOORKENNIS NEUROLOGIE

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

THEORIE 
  • Verpleegafdeling Neurologie 
  • Anatomie/ fysiologie hersenen
  • CVA
  • Mini college arts neurologie
  • Neurologische controles 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERPLEEGAFDELING NEUROLOGIE

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ALGEMENE NEUROLOGIE G1

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

STROKE UNIT G3

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZORG INNOVATIE CENTRUM (ZIC)

  • Coachen i.p.v. begeleiden
  • Regie eigen leerproces
  • Leren van en met elkaar
  • Plannen/ organiseren
  • Aangeven leerdoelen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ANATOMIE/ FYSIOLOGIE HERSENEN

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA

  • Onderscheiding
  • Klachten 
  • Behandeling  

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • TIA 
  •  Herseninfarct
  • Hersenbloeding
----------------------------------
  • Uitval 
  • Penumbra

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

MINI COLLEGE ARTS NEUROLOGIE

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NEUROLOGISCHE CONTROLES
  • Waarom?
  • Hoe vaak? 
  • TEKST methode  

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TAAL
AFASIE
4 = Geen afasie
3 = Milde afasie
2 = Ernstige afasie
1 = Mutistisch 

Slide 20 - Diapositive

Afasie is een taalstoornis die optreed naar aanleiding van hersenletsel. De ernst en de plaats van het letsel bepaald hoe ernstig de taalstoornis is. 

Bij een afasie kunnen verschillende taalproblemen optreden, zoals: het verwisselen van klanken, problemen met begrijpen van taal of het vinden van woorden.

EMV

Slide 21 - Diapositive

E (=eye opening)
M (=motor response)
V (=verbal response) 
KRACHT

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SENSIBILITEIT

Gevoel
3 = Normaal
2 = Verminderd
1 = Afwezig

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TOTAAL BEELD



Algehele indruk:
  • Dysartrie
  • Facialis parese 
  • Aandachtsstoornis:       hemianopsie/ neglect
  • Pupillen (zie volgende dia's)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex (normaal)


Licht valt door de pupil

De pupil regelt hoeveel licht op het netvlies valt
Veel licht: pupil wordt kleiner
Weinig licht: pupil wordt groter


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex (afwijkend)
Pupilreflex (normaal)

Slide 26 - Diapositive

Redenen benoemen hoe dit komt
KAHOOT QUIZ

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We spreken van een TIA als klachten binnen 24 uur zijn verdwenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnen hoeveel uur moet een intraveneuze trombolyse worden toegediend?
A
2 uur
B
4,5 uur
C
12,5 uur
D
24 uur

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een TIA/ herseninfarct wordt het hartritme gemonitord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit het gebied van de hersenen dat ons helpt met zien?
A
Hersenstam
B
Kleine hersenen
C
Frontaalkwab (voorin)
D
Occipitaalkwab (achterin)

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hersenbloeding bij een oudere patiënt is gevaarlijker dan bij een jongere patiënt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een hersenbloeding krijgt een patiënt altijd medicatie voor de stolling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een patiënt op de SEH komt met neurologische uitval, welke beeldvorming wordt (bij voorkeur) als eerst gemaakt?
A
Röntgenfoto
B
MRI
C
CT-scan
D
Echo

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitale functies, zoals: temperatuur, hartslag en ademhaling worden door de hersenstam aangestuurd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het als iemand één pupil groter is dan de ander?
A
Hemianopsie
B
Isocorie
C
Anisocorie

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je moeite hebt met het vinden van woorden spreek je van een
A
Dysartrie
B
Afasie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je rechtshandig bent, zit je spraakcentrum links
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na het doormaken van een CVA mag je meteen autorijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de patiënt na een CVA een parese heeft in één van de armen, waar meet je dan de bloeddruk?
A
De aangedane zijde
B
De gezonde zijde

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een deel van het weefsel dat wordt aangedaan na een infarct kan worden gered
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

TIPS & TOPS

Slide 42 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions