2.2 Find Out & Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: 2.2 Find out & Grammar
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: 2.2 Find out & Grammar
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Lesson opening
Take your English book but keep it closed.

Homework check: 
2.1 opdracht 5, 6 & 9

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Lesson goals
After this lesson: 
- can you use the grammar of the past simple
- do you know when to use the grammar of the past simple
- do you know what irregular verbs are




Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Arrangements
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Krystian, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jaysen, Jessica & Niek

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
n.v.t.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdiept arrangement:
Verdiept: Krystian, Gijs, Jochem & Jamie

Huiswerk noteren + maken:
les: 2.2 Find Out & Grammar
blz: 56 t/m 58 en 60/61
opdr: 11, 12, 16 t/m 18

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je de past simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ ed of irregular verb
B
shit = hele ww + s
C
vorm van to be + hele ww + ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
bring
stop
fall
jump
see
have

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Je maakt zelfstandig 2.2 opdracht 11, 12, 16 t/m 18 op 
blz. 56 t/m 58 en 60/61.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Instruction
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Past Simple
De verleden tijd noemen we in het Engels de Past Simple.
 

  •  Wanneer gebruik je de past simple?
  • Hoe maak je de past simple?
  • Uitzonderingen van de past simple 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Past Simple
Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Past simple
Bevestigend
Ontkennend
Vragend?
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I did not play
You did not play
He/she/it did not play
We did not play
They did not play
You did not play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?
De past simple eindigt meestal op -ed.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grammar: past simple
Bevestigend +
Ontkennend -
Vragend?
I was there.
I wasn't there.
Was I there?
You were there.
You weren't there?
Were you there?
He / She / It was there.
He / She / It wasn't there.
Was he / she / it there?
We / You / They were there.
We / You / They weren't there.
Were we / you / they there?
met het werkwoord: to be
onregelmatig werkwoord (irregular verbs)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben geen regelmatige uitgang. Bijvoorbeeld: go → went. 
Deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren! 

Slide 16 - Diapositive

Leg uit hoe je onregelmatige werkwoorden vervoegt in de past simple.
Drake ... (perform) on stage last night.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

The dancers ... (be) tired after the concert.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Supervised practice
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis & verdiept)?
Je gaat zelfstandig 2.2 opdracht 11, 12, 16 t/m 18 op 
blz. 56 t/m 58 en 60/61 maken.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig?
Intensief of begrijp je het niet? Dan maken we samen opdracht 7 & 8

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Work independently
Je maakt zelfstandig 2.2 opdracht 11, 12, 16 t/m 18 op blz. 56 t/m 58 en 60/61.



Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Vocabulary 2.2 leren (via het boek, woordzoeker of Quizlet). 
3. Irregular Verbs leren van de past simple.

timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Evaluation
How did the lesson go? 
Do you have questions or did you find something difficult? 

Lesson goals: 
- can you use the grammar of the past simple
- do you know when to use the grammar of the past simple
- do you know what irregular verbs are?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Homework & Tests
Homework:
Friday November 24th
2.2 opdracht 11, 12, 16 t/m 18
Tests:

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions