IPv4-problemen en de voordelen van IPv6

IPv4-problemen en de voordelen van IPv6
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

IPv4-problemen en de voordelen van IPv6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je de problemen van IPv4 benoemen, de weergave van IPv6-adressen verklaren, de verschillende soorten IPv6-adressen identificeren, IPv6-multicast-adressen begrijpen en een IPv6-netwerk subnetten.

Slide 2 - Diapositive

Leg de leerdoelen van de les uit en vermeld dat het belangrijk is om aantekeningen te maken.
Wat weet je al over IPv4 en IPv6?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

IPv4-problemen
IPv4-adressen raken op en IPv4-adressen zijn niet langer uniek. Dit leidt tot problemen bij het verbinden van apparaten met internet.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat IPv4-problemen zijn en vraag de studenten of ze bekend zijn met deze problemen.
IPv6-adresweergave
IPv6-adressen zijn 128 bits lang en worden weergegeven in acht groepen van vier hexadecimale cijfers, gescheiden door dubbele punten. Bijvoorbeeld: 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334

Slide 5 - Diapositive

Laat de studenten zien hoe IPv6-adressen worden weergegeven en vraag hen om een voorbeeld te geven van een IPv6-adres.
Soorten IPv6-adressen
Er zijn drie soorten IPv6-adressen: unicast, multicast en anycast. Unicast-adressen worden gebruikt voor communicatie tussen twee apparaten, multicast-adressen worden gebruikt voor communicatie tussen een groep apparaten en anycast-adressen worden gebruikt voor communicatie met het dichtstbijzijnde apparaat in een groep.

Slide 6 - Diapositive

Leg de drie soorten IPv6-adressen uit en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer elk soort adres zou worden gebruikt.
IPv6-multicast-adressen
IPv6-multicast-adressen beginnen allemaal met 'FF', gevolgd door een groeps-ID. Multicast-adressen worden gebruikt voor communicatie tussen een groep apparaten, zoals videoconferenties en online gaming.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat IPv6-multicast-adressen zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer ze zouden worden gebruikt.
Anycast-adressen
Anycast-adressen worden gebruikt voor communicatie met het dichtstbijzijnde apparaat in een groep. Dit is handig voor load balancing en failover.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat anycast-adressen zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer ze zouden worden gebruikt.
IPv6-netwerk subnetten
IPv6-netwerk subnetten worden gebruikt om grote netwerken op te delen in kleinere, meer beheersbare subnets. Dit helpt bij het beheren van netwerken en het verminderen van verkeer op de netwerklaag.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat IPv6-netwerk subnetten zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van wanneer ze zouden worden gebruikt.
Subnetmaskers
Een subnetmasker bepaalt welke delen van een IP-adres het netwerkadres en welke delen het hostadres zijn. Het subnetmasker wordt weergegeven als een reeks van 1's en 0's. Bijvoorbeeld: 11111111.11111111.11111111.00000000

Slide 10 - Diapositive

Leg uit wat subnetmaskers zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van subnetmaskers.
Prefixlengte
De prefixlengte bepaalt hoeveel bits van een IPv6-adres worden gebruikt voor het netwerkadres. Bijvoorbeeld: 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334/64. In dit voorbeeld wordt 64 bits gebruikt voor het netwerkadres.

Slide 11 - Diapositive

Leg uit wat de prefixlengte is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van voorvoegsels.
Subnetten maken
Om een subnet te maken, moet je bits van het hostadres opofferen om meer bits aan het netwerkadres toe te voegen. Bijvoorbeeld: als je een /64-netwerk wilt opdelen in 4 subnets, moet je 2 bits van het hostadres opofferen. Dit resulteert in 16 subnets van /66 grootte.

Slide 12 - Diapositive

Laat zien hoe subnetten worden gemaakt en vraag de studenten om voorbeelden te geven van subnetten.
Subnetwerk-ID's
Een subnetwerk-ID is het deel van het IP-adres dat overeenkomt met het netwerkadres. Bijvoorbeeld: in het adres 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334/64 is het subnetwerk-ID 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:0000.

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wat subnetwerk-ID's zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van subnetwerk-ID's.
Host-ID's
Een host-ID is het deel van het IP-adres dat overeenkomt met het hostadres. Bijvoorbeeld: in het adres 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334/64 is de host-ID 0000:0000:8a2e:0370:7334.

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat host-ID's zijn en vraag de studenten om voorbeelden te geven van host-ID's.
Samenvatting
IPv4-adressen raken op en IPv4-adressen zijn niet langer uniek. IPv6-adressen zijn 128 bits lang en worden weergegeven in acht groepen van vier hexadecimale cijfers, gescheiden door dubbele punten. Er zijn drie soorten IPv6-adressen: unicast, multicast en anycast. IPv6-multicast-adressen beginnen allemaal met 'FF', gevolgd door een groeps-ID. Anycast-adressen worden gebruikt voor communicatie met het dichtstbijzijnde apparaat in een groep. IPv6-netwerk subnetten worden gebruikt om grote netwerken op te delen in kleinere, meer beheersbare subnets.

Slide 15 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de studenten of ze vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.