7.5 deel 1
1 / 24
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Maak een foto van een apparaat waar de spanning, stroomsterkte of het vermogen op staat
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Stap 1: Gegevens
Een magnetron
is aangesloten op
een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van de magnetron.
Slide 6 - Question de remorquage
Stap 2: Gevraagd
Een magnetron
is aangesloten op
een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van de magnetron.
Slide 7 - Question de remorquage
Een magnetron is aangesloten op een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Welke formule gebruik je in stap 3?
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Welke formule gebruik je in stap 3?
A
vermogen = spanning x stroomsterkte
B
vermogen = spanning : stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte
Slide 8 - Quiz
Een magnetron is aangesloten op een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Wat is de berekening in stap 4?
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Wat is de berekening in stap 4?
A
vermogen = 230 - 3
B
vermogen = 230 + 3
C
vermogen = 230 x 3
D
vermogen = 230 : 3
Slide 9 - Quiz
Een magnetron is aangesloten op een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Wat is het antwoord in stap 5?
De stroomsterkte is 3,0 A. Bereken het vermogen van de magnetron.
Wat is het antwoord in stap 5?
Slide 10 - Question ouverte
De spanning van een apparaat is 230 V en de stroomsterkte is 5A. Bereken het vermogen van het apparaat.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoe bereken je het energiegebruik?
Het vermogen van een apparaat is 60 W en de tijd dat het apparaat aanstaat is 9 h
Het vermogen van een apparaat is 60 W en de tijd dat het apparaat aanstaat is 9 h
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat kost het energiegebruik?
Het energiegebruik van een apparaat is 0,5 kWh en 1 kWh kost 50 cent
Het energiegebruik van een apparaat is 0,5 kWh en 1 kWh kost 50 cent
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Wat zou jij in de Natuurkunde les van een half uur op school willen doen?
A
Uitleg in de klas, opdrachten thuis maken
B
Uitleg in filmpje, opdrachten in de klas maken
C
LessonUp en Teams vanuit de klas, zodat ook leerlingen vanuit huis mee kunnen doen
D
Anders, namelijk ...
Slide 23 - Quiz
Hoe bereken je het energiegebruik?
Het vermogen van een apparaat is 100 W en de tijd dat het apparaat aanstaan is 9 h
Het vermogen van een apparaat is 100 W en de tijd dat het apparaat aanstaan is 9 h
