SEMANA 14 - LUISTERVAARDIGHEID TIENDA DE ROPA (2)

Metas
En esta clase... 

1. ...aprendo vocabulario para la tienda de ropa
2. ...practico con la parte 2 del video

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Metas
En esta clase... 

1. ...aprendo vocabulario para la tienda de ropa
2. ...practico con la parte 2 del video

Slide 1 - Diapositive

Wat is 'de kleding' in het Spaans?
A
la comida
B
la tienda
C
la ropa
D
los vestidos

Slide 2 - Quiz

Hoe vertaal je 'el cumpleaños' naar het Nederlands?
A
de verjaardag
B
het feest
C
de vakantie
D
de bruiloft

Slide 3 - Quiz

Wat is de betekenis van 'la novia' in het Spaans?
A
de vriendin
B
de zus
C
de vriend
D
de moeder

Slide 4 - Quiz

Hoe vertaal je 'un regalo' naar het Nederlands?
A
een toets
B
een boek
C
een kledingstuk
D
een cadeau

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'Busco...' in het Spaans?
A
Ik zoek...
B
Ik verkoop...
C
Ik koop...
D
Ik heb...

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'Te gusta' in het Nederlands?
A
Ik vind jou leuk
B
Vind je leuk
C
Je vindt leuk
D
Je vindt mij leuk

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je 'een T-shirt' in het Spaans?
A
Un vestido
B
Una camisa
C
Un sombrero
D
Una camiseta

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je 'een jurk' in het Spaans?
A
Una camisa
B
Un vestido
C
Una camiseta
D
Un pantalón

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je 'oorbellen' in het Spaans?
A
Una pulsera
B
Unos brazeletes
C
Unos pendientes
D
Unos anillos

Slide 10 - Quiz

Hoe zeg je 'een ketting' in het Spaans?
A
Un collar
B
Un anillo
C
Una pulsera
D
Una corbata

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van 'preferir' in het Nederlands?
A
Leuker vinden
B
Niet leuk vinden
C
Houden van
D
Bang zijn voor

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van 'liso' in het Nederlands?
A
Gestreept
B
Geruit
C
Geblokt
D
Effen

Slide 13 - Quiz

Wat is de vertaling van 'de rayas' in het Nederlands?
A
Geruit
B
Effen
C
Gestreept
D
Geblokt

Slide 14 - Quiz

Wat is de vertaling van 'caro' in het Nederlands?
A
Mooi
B
Duur
C
Goedkoop
D
Lelijk

Slide 15 - Quiz

Wat is de vertaling van 'barato' in het Nederlands?
A
Goedkoop
B
Mooi
C
Duur
D
Lelijk

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'comprar' in het Spaans?
A
Huren
B
Kopen
C
Lenen
D
Verkopen

Slide 17 - Quiz

Wat betekent 'el probador' in het Spaans?
A
De kassa
B
De etalage
C
De paskamer
D
De klantenservice

Slide 18 - Quiz

Wat betekent 'probar' in het Spaans?
A
Retourneren
B
Verkopen
C
Kopen
D
Passen

Slide 19 - Quiz

Wat betekent 'la talla' in het Spaans?
A
De kleur
B
De maat
C
De prijs
D
De stijl

Slide 20 - Quiz

LUISTERVAARDIGHEID 

TIENDA DE ROPA

PARTE 2

Slide 21 - Diapositive

6

Slide 22 - Vidéo

00:08
Wat vindt hij ervan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

00:11
Maar wil hij deze ook kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

00:16
Waarom wijst de verkoopster naar boven?
A
Ze gaat daar even omkleden.
B
Daar is de kassa waar hij kan betalen.
C
Daar hebben ze andere kleurtjes.
D
Daar hebben ze accessoires.

Slide 25 - Quiz

00:29
Wat vraagt de verkoopster?
A
Of hij een klantenkaart heeft.
B
Of hij zeker weet dat hij dit T-shirt wil kopen.
C
Hoe tevreden hij is met de service.
D
Hoe hij wil betalen.

Slide 26 - Quiz

00:31
Hoe betaalt hij?
A
Cash
B
Pinnen

Slide 27 - Quiz

00:48
la vuelta
el recibo

Slide 28 - Question de remorquage