13.3 Business Letters

Chapter 7: Magazines & The News
3/4
Chapter 13: Letters and Emails
2024
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapter 7: Magazines & The News
3/4
Chapter 13: Letters and Emails
2024

Slide 1 - Diapositive

  • Writing a business letter - formal writing
  • Grammar: Pitfalls
Goals for today's lesson:

Slide 2 - Diapositive

§ 13.3: Business letters

Slide 3 - Diapositive

Business letters: Herhaling
  • Doel: Je schrijft een korte zakelijke brief of e-mail
     
  • Zakelijke brieven verstuur je soms op papier (officiëlere inhoud) maar in de meeste situaties een zakelijke e-mail.
  • In een zakelijke brief/e-mail gebruik je geen informele taal. Dit is professioneler. geen straattaal, dit mag je NOOIT schrijven.
     
  • De belangrijkste regels:
  • Schrijf heldere zinnen en controleer je grammatica
  • Geen afkortingen: I am in plaats van I’m
  • Formele aanhef en afsluiting
  • Zorg voor een inleiding, kern en slot. Zet de vaste onderdelen op de juiste plaats.




Zakelijke brieven

Slide 4 - Diapositive


Als de aanhef: Dear sir/madam is, wat is dan de ondertekening?

Slide 5 - Question ouverte


Als de aanhef: Dear Mr. Hamilton is, wat is dan de ondertekening?

Slide 6 - Question ouverte

Formele brief
Ken je de persoon niet:
Aanhef:
Ondertekening:
Ken je de persoon wel:
Dear sir/madam,
Kind regards
Dear (naam),
Yours sincerely

Slide 7 - Diapositive

Informele brief
Aanhef:
Ondertekening:
Hello, Hi, Hey
Best wishes
All the best

Slide 8 - Diapositive

Formeel:
Informeel:

Slide 9 - Diapositive

Business letters
  • Bij een zakelijke brief zit je met de adressering.
  • In een e-mail hoef je dat niet te doen.
  • Er zit een bepaalde volgorde in hoe de brief is opgebouwd.
  • Hier gaan we mee oefenen.

Slide 10 - Diapositive

Time for an exercise!

Slide 11 - Diapositive

  • De volgende vraag is een sleepvraag.
  • Plaats de onderdelen in de goede volgorde
Exercise 1: Drag and Drop

Slide 12 - Diapositive

Geadresseerde
Eigen adres
Datum
Aanhef
Inhoud
Afsluiting
Ondertekening

Slide 13 - Question de remorquage

Business letters
  • De volgorde bij een zakelijke brief is als volgt:
Adres naar wie je schrijft
Eigen adres
Datum
Aanhef
Inhoud (inleiding, kern, slot)
Afsluiting
Ondertekening

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld
Wat mist er in deze brief?

Slide 15 - Diapositive

  • The next slides are multiple choice
  • It is a letter in chronological order
  • Drag the correct answers in the boxes
  • The letter should be formal
Exercise 2: Choose the correct answers

Slide 16 - Diapositive


_______    Mrs Alvarez,
A
Dear
B
Hello
C
Hi
D
Hey

Slide 17 - Quiz


_______ for your email.
We look forward to staying in apartment ‘Estrella’.   
A
Thank you
B
Thanks
C
Cheers
D
Yo, thank you

Slide 18 - Quiz


_________ a mistake in the booking.   
A
But oops!
B
Unfortunately, there is
C
Unfortunately there's
D
Sorry, there's

Slide 19 - Quiz


________ like three single beds instead of one double bed and one single bed.
A
You know, I'd
B
We'd like
C
Give me
D
We would like

Slide 20 - Quiz


________________________?
A
Can you fix it
B
Please change it
C
Could you please change our booking
D
Change it

Slide 21 - Quiz


________________________
A
See you soon :)
B
Yours sincerely
C
Talk to you later!
D
Bye!

Slide 22 - Quiz


________________________
A
Alice
B
Alice S
C
Alice Stone
D
Ally

Slide 23 - Quiz

  • Je gaat stagelopen in het buitenland.
  • Je hebt een uitnodiging ontvangen voor een rondleiding door het bedrijf op maandag 2 september.
  • Schrijf een bevestigingsbrief. (dus alle onderdelen) 
  • Het stagebedrijf is Business Events, 16 Druid Street, London, SE1.
  • Bevestig dat je de uitnodiging ontvangen hebt.
  • Geef aan dat je je die maandag om half negen zult melden bij de receptie.
  • Schrijf dat je ernaar uitkijkt om te beginnen.
  • Begin en eindig de brief zoals dat hoort. 
Exercise 3: Write a formal letter

Slide 24 - Diapositive


• Je gaat stagelopen in het buitenland. • Je hebt een uitnodiging ontvangen voor een rondleiding door het bedrijf op maandag 2 september. • Het stagebedrijf is Business Events, 16 Druid Street, London, SE1. • Bevestig dat je de uitnodiging ontvangen hebt. • Geef aan dat je je die maandag om half negen zult melden bij de receptie. • Schrijf dat je ernaar uitkijkt om te beginnen. • Begin en eindig de brief zoals dat hoort.•

Slide 25 - Question ouverte

  • Write a formal letter of application.
  • Read the adverts from the employment agency and choose one.
  • Write your letter of application, include:
    ○ What position you are applying for and what attracts you.
    ○ Why you are enthusiastic about the field and/or about the job vacancy you have seen.
    ○ Give reasons why you are suitable for the job: abilities, grades, work experience (you can come up with something)
    ○ End with a fitting conclusion
Exercise 4: Write a letter of application (e-mail)

Slide 26 - Diapositive


• What position you are applying for and what attracts you.
• Why you are enthusiastic about the field and/or about the job vacancy you have seen.
• Give reasons why you are suitable for the job 
• End with a fitting conclusion

Slide 27 - Question ouverte

Grammar: Pitfalls

Slide 28 - Diapositive

Pitfalls
Een aantal standaardproblemen voor Nederlanders zijn:
Valkuilen
too – to – two
too = te (voor bijvoeglijke naamwoorden)
too = ook (aan het einde van een zin)
to = naar, om te, aan, te
two = twee
I think your CV is too long.
Tom said he applied for that position, too.
I am going to Belgium for a job interview.
It’s not difficult to solve this problem.
These two candidates have the right skills.
than – then
than = dan (in vergelijkingen)
then = toen, dan (geeft een tijd aan)
London is much bigger than Amsterdam.
And then they said: ‘We’d like to hire you.’
their – there – they’re
their = hun (bezittelijk voornaamwoord)
there = er, daar
they’re = they are
Where is their head office located?
You can’t get there by train.
They’re training for the marathon.

Slide 29 - Diapositive

Pitfalls
Een aantal standaardproblemen voor Nederlanders zijn:
Valkuilen
your – you’re
your = jouw, uw (bezitt. voornaamwoord)
you’re = you are
I saw your vacancy on www.jobsite.co.uk.
Thanks for your help! You’re a real team player.
its – it’s
its = van hem/haar (bezitt. voornaamwoord)
it’s = it is / it has
The dog is playing with its football.
It’s the best summer job I’ve ever had.
It’s been two years since I graduated.
where – were – we’re
where = waar? (vragend voornaamwoord)
were = was, waren
we’re = we are
Where does she work?
They were impressed by my CV.
We’re excited that you’ve found a new job.

Slide 30 - Diapositive

Pitfalls
Een aantal standaardproblemen voor Nederlanders zijn:
Valkuilen
loose – lose
loose = los, niet vast (bijvoeg. naamwoord)
lose = verliezen (werkwoord)
Some screws on this machine are loose.
Sophie is afraid she might lose her job.
which – witch – with
which = die, dat, welke
witch = heks
with = met
Which of these solutions do you like best?
I’m going to dress as a witch for Halloween.
I had a great chat with Ahmed about this.

Slide 31 - Diapositive

Time for an exercise!

Slide 32 - Diapositive


These exercises are to / too / two easy for us.
A
to
B
too
C
two

Slide 33 - Quiz


A car is faster than / then a bike.
A
than
B
then

Slide 34 - Quiz


Did you get their / there / they’re email addresses? 
A
their
B
there
C
they're

Slide 35 - Quiz


I hope you remembered your / you’re password this time.
A
your
B
you're

Slide 36 - Quiz


Did you know its / it’s my birthday today? 
A
its
B
it's

Slide 37 - Quiz


You guys where / were / we’re the first to finish the race.
A
where
B
were
C
we're

Slide 38 - Quiz


I hope we won’t loose / lose this match.
A
loose
B
lose

Slide 39 - Quiz


I’d like an ice cream which / witch / with sprinkles, please.
A
which
B
witch
C
with

Slide 40 - Quiz

Dit is wat we hebben behandeld:
  • Hoe je een zakelijke brief schrijft
  • Waar jouw adres moet komen te staan bijvoorbeeld
  • Wanneer mag je straattaal schrijven?
  • Oefenen met het schrijven van formele brief / email
  • Valkuilen met grammatica

Slide 41 - Diapositive


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage