§1.1 - Stofeigenschappen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat denk je dat scheikunde inhoudt?

Voor welke producten is scheikunde gebruikt of nodig?

§1.1 Stofeigenschappen

Je leert:

- het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel

- wat stofeigenschappen en stofconstanten zijn

- wat dichtheid is en ermee rekenen

Zuivere stof en Mengsels

Binnen scheikunde maken we onderscheid tussen 

ZUIVERE STOFFEN en MENGSELS

Definitie (goed kennen):

Zuivere stof: bestaat uit één stof

Mengsel: bestaat uit twee of meer verschillende stoffen

Lucht

Zuurstof

Softijs

Kraanwater

Cola

Melk

Suiker

Zeewater

Rivierwater

ZUIVERE

STOF

MENGSEL

Koffie

Hoe kun je stoffen herkennen?

Hoe kun je stoffen herkennen?

Door een verschil in STOFEIGENSCHAPPEN

Stofeigenschap: de eigenschappen waar je een stof aan kan herkennen zónder getal erachter. 

Bv geur, kleur smaak, brandbaarheid, oplosbaarheid, 

Een speciale stofeigenschap

Je hebt ook nog speciale stofeigenschappen die je met een bepaald getal en een eenheid kunt weergeven.

Dat noemen we een STOFCONSTANTE

Bv:

- Smeltpunt en kookpunt: 0 oC en 100 oC voor water

- Dichtheid:  19,3 g/ml voor goud

WEL of GEEN stofeigenschap / stofconstante? 

WEL

NIET

kleur

fase bij kT

smeltpunt

geur

kookpunt

dichtheid

vorm

massa

uitzetting

brandbaarheid

volume

bestand tegen zuren

giftig

smaak

oplosbaarheid

temperatuur

Een stof is vloeibaar bij kamertemperatuur: dat is een stofconstante

1. Juist
2. Onjuist

Een stof is vloeibaar bij kamertemperatuur: dat is een stofeigenschap

1. Juist
2. Onjuist

Tussen welk van deze antwoorden staat een eigenschap die geen stofeigenschap is?

1. geur, kleur, massa,
2. fase bij KT, geur, kleur
3. kookpunt,smeltpunt, kleur
4. fase bij KT, geur, smaak

Een stof heeft een dichtheid van 0,80 gram per mL: dat is een stofconstante

1. Juist
2. Onjuist

Enkele stofeigenschappen zijn:

1. geur, vorm, massa
2. kleur, geur, smaak
3. toestand, geur, gewicht
4. vorm, kleur, geur

Een stofconstante is een stofeigenschap mét een getal gevolgd door een eenheid.

1. Juist
2. Onjuist

Opdrachten maken

2 t/m 8

Omrekenen in andere eenheden

Je moet goed kunnen omrekenen

volgens het schema hiernaast.

Als je hier moeite mee hebt,

kun je via deze link gaan oefenen:

oefenen met omrekenen

Dichtheid = stofconstante (stofeigenschap met getal erachter)

Dichtheid

Dichtheid

Wat ga je doen? 

Huiswerk: opdracht 2 t/m 14

21 september SO 1.1 & 1.2

Wat heb je geleerd?

1. Het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
   
2. Wat stofeigenschappen en een stofconstanten zijn
   
3. Wat dichtheid is en hoe je hier mee kan rekenen

Huiswerk: opdracht 2 t/m 14

14 september SO 1.1 & 1.2