KD // nevelen // les 5 - hoogste glas, hoogste visus

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
OptiekMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
  • Stap 2 // hoogste glas, hoogste visus 

Slide 2 - Diapositive

Stappenplan bij zwak astigmatisme
  1. Begin visus bepalen
  2. HG/HV
  3. Nevelen
  4. Eerste nevelcontrole
  5. Voorkeursrichting bepalen
  6. Brandlijncontrole
  7. Tweede nevelcontrole
  8. Astigmatisme corrigeren
  9. Derde nevelcontrole
  10. Nevelglas uitrefractioneren
  11. Rood-groenproef 

Slide 3 - Diapositive

Stap 1 // zwak astigmatisme
Stap 1 // begin visus bepalen

Je wilt graag weten wat de klant voor je de refractie begint.

Vraagstelling:
  • Kunt u de letters in het verlichte vak lezen?
  • Kunt u de letters oplezen?

Noteer de beginvisus altijd in het klantenbestand.
Dit geeft informatie voor eventuele metingen in de toekomst.

Slide 4 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Je gaat nu uitzoeken of het oog myoop, hypermetroop of misschien astigmatisch is.

We gaan dit doen door het voorhouden van sferische glazen.

Slide 5 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Je begint altijd met een positief glas.

Welke sterkte je voorhoudt, hangt af van de beginvisus:

Visus
Welke sterkte
< 0.2
S +2,00 / S -2,00
Tussen 0.2 - 0.5
S +1,00 / S -1,00
Tussen 0.6 - 0.8
S +0,50 / S -0,50
> 0.8
S +0,25 / S -0,25

Slide 6 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Je start altijd met een positief glas.
> wanneer deze slechter wordt mag je een negatief glas voorhouden.

Elke 0,25 dpt geeft een visusdaling (of stijging) van 0.1. Alleen bij ametropieën groter of kleiner dan 2 dpt is de visusdaling anders. 

Slide 7 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Met positieve en negatieve glazen ga je de klant zo ver mogelijk uitrefractioneren tot de achterste brandlijn op het netvlies ligt.

Je maakt de klant dus enkelvoudig myoop astigmatisch
Dan heb je hoogste glas/hoogste visus (hg/hv) bereikt.

Slide 8 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Vragen die je kunt stellen:

Bij positieve glazen:
- Wordt het met dit glas ervoor slechter of blijft het gelijk?

Bij beter en gelijk plaats je het glas
De visus hoeft niet perse te stijgen; het kan zijn dat de klant de accommodatie langzaam loslaat.

Bij slechter plaats je het glas niet.

Slide 9 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Vragen die je kunt stellen:

Bij negatieve glazen:
- Wordt het met dit glas ervoor beter of gelijk?

Bij beter plaats je het glas // er moet visusverbetering plaatsvinden!
Bij gelijk of slechter plaats je het glas niet.

Let op: worden de letters kleiner en zwarter (en lijkt het voor de klant dus beter), dan is er sprake van accommodatie. Dit glas niet geven.

Slide 10 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Als onderzoeker krijg je inzicht in de visus doordat de klant opleest wat hij kan zien.

- controleer hoeveel letters de klant correct opleest.
- let op de snelheid van lezen.

Na de stap hg/hv moet de visus 0.6 zijn om door te kunnen gaan met het stappenplan van zwak astigmatisme.

Slide 11 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Wanneer hebben we hg/hv bereikt?

- wanneer de visus verslechterd bij het voorhouden van plus glazen.
- wanneer de visus gelijk blijft bij het voorhouden van een negatief glas.

Als je hoogste glas/hoogste visus hebt bereikt, is het oog enkelvoudig myoop astigmatisch.

Slide 12 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Hieronder zie je een refractieschema. 
In een refractieschema laat je een theoretische refractie zien.

- In kolom 'pasbril' noteer je de sterkte die in de pasbril zit.
- In kolom 'voorhouden' zet je de sterkte van het glas die je voorhoudt. 
  Deze sterkte zit er dus nog niet in.
- In kolom 'acc.' geef je aan hoeveel de persoon accommodeert.
- In kolom 'v' zet je de visus.

Slide 13 - Diapositive

Stap 2 // zwak astigmatisme
Bij de begin situatie geef je de oogfout aan met brandlijnen. 
Je start met het bepalen van de beginvisus van de beginsituatie. 

Hoe dichter het brandpunt of brandlijn bij het netvlies ligt, hoe hoger de visus is. Als het brandpunt op het netvlies ligt, is de visus maximaal.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 22 tot en met 27 van het werkboek.

Slide 15 - Diapositive