Engels Les 1 A-D

1 / 12
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Welke ENGELSE woorden kennen jullie die te maken hebben met familie en vrienden?

Slide 2 - Question ouverte

I have three brothers, i am the youngest=
A
Ik heb 2 zussen en ben de jongste.
B
Ik heb 3 zussen en ben de jongste.
C
Ik heb 3 broers en ben de jongste.
D
Ik heb 3 broers en ben de oudste.

Slide 3 - Quiz

What does he look like? He has blond hair and is short.
A
Hoe ziet hij eruit? Hij heeft blond haar en is kort.
B
Hoe ziet zij eruit? Ze heeft blond haar en is kort
C
Hoe ziet zij eruit? Ze heeft gekleurd haar en is kort.
D
Hoe ziet hij eruit? Hij heeft gekleurd haar en is kort

Slide 4 - Quiz

Vertaal:
That tall man is not my Father.

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
He is my uncle.

Slide 6 - Question ouverte

Verlegen
Erg aardig
lui
Lazy
Shy=
Very nice=

Slide 7 - Question de remorquage

Gemeen
Ontspannen
saai
Boring
relaxed
Mean

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

My Cousins ......... (be) the funniest people i know.
A
Is
B
are
C
am
D
's

Slide 10 - Quiz

Ted always .....(study) in his bedroom after dinner.
A
Studdy
B
Studys
C
Studies
D
Study's

Slide 11 - Quiz

My mother....... (have) very curley hair.
A
is
B
am
C
have
D
has

Slide 12 - Quiz