Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
7.1 Ademen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen waarvoor je ademhaalt
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
7.1 Ademen
Waarvoor haal je adem?
Je lichaam heeft zuurstof nodig om te functioneren - zuurstof adem je in via je neus of mond
Cellen in lichaam gebruiken zuurstof voor verbranding van glucose - door verbranding van glucose komt energie vrij - bij verbranding ontstaan afvalstoffen zoals koolstofdioxide en water - koolstofdioxide adem je uit
Slide 3 - Diapositive
7.1 Ademen
Lichaam heeft zuurstof nodig om te functioneren!
Glucose + zuurstof IN
Koolstofdioxide + water + energie UIT
Zie blz. 9 / bron 3
Slide 4 - Diapositive
7.1 Ademen
Wat? Maken 7.1 – Opdracht 2 t/m 9
Hoe? Blz. 8 t/m 11
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 2 t/m 9 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
7.1 Ademen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen waarom je bij inspanning sneller ademhaalt
Slide 6 - Diapositive
7.1 Ademen
Waarom ga je bij inspanning sneller ademhalen?
Inspanning > meer energie nodig > meer verbranding - meer verbranding van glucose nodig - meer zuurstof in bloed nodig - meer/sneller ademhalen - meer afvalstoffen zoals koolstofdioxide en water
Slide 7 - Diapositive
7.1 Ademen
Wat? Maken 7.1 – Opdracht 10 t/m 13
Hoe? Blz. 12 t/m 13
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 13 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 8 - Diapositive
7.1 Ademen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen hoe je ademhaalt
Slide 9 - Diapositive
7.1 Ademen
Ademhalen
Slide 10 - Diapositive
7.1 Ademen
Hoe adem je?
Slide 11 - Diapositive
7.1 Ademen
Wat? Maken 7.1 – Opdracht 14 t/m 21
Hoe? Blz. 14 t/m 16
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 14 t/m 21 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).