De meeste Zuid-Amerikaanse landen zijn politiek onafhankelijk geworden in de
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
De meeste Zuid-Amerikaanse landen zijn politiek onafhankelijk geworden in de
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 1 - Quiz
2 beweringen: 1. Tijdens de koloniale periode was de handelsbalans meestal positief 2. Bij het centrum-periferiemodel is er sprake van ongelijkheid op verschillende schaalniveaus
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist
bewering 2 is juist
Slide 2 - Quiz
2 beweringen: 1. Fragmentarische modernisering is mede ontstaan door de komst van MNO's 2. Als gevolg van de Grote Depressie in de jaren 30 van de 20e eeuw gingen veel Zuid-Amerikaanse landen over op importsubstitutie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist
bewering 2 is juist
Slide 3 - Quiz
Welk antwoord hoort NIET bij dé-agarisatie?
A
massale trek van platteland naar de stad
B
afname opbrengsten landbouw
C
mechanisering landbouw
Slide 4 - Quiz
Het begrip economisch dualisme past het best bij
A
importsubstitutie
B
fragmentarische modernisering
C
dé-agrarisatie
D
tertiairisering
Slide 5 - Quiz
Welk begrip past het minst goed bij Zuid-Amerika?
A
dé-agrarisatie
B
importsubstitutie
C
fragmentarische modernisering
D
diversificatie
Slide 6 - Quiz
Noteer twee voordelen van exportvalorisatie voor Brazilië
Slide 7 - Question ouverte
Wat is GEEN nadeel van de aanleg van nieuwe infrastructuur?
A
gebieden worden ontsloten
B
gaat gepaard met ontbossing
C
inheemse stammen moeten verhuizen
D
het leidt vaak tot landgrabbing
Slide 8 - Quiz
Welke organisatie maakt geen onderdeel uit van de UNASUR?
A
NAFTA
B
MERCOSUR
C
Andesgemeenschap
D
Boliviaanse Alliantie
Slide 9 - Quiz
Bij bottom-up-democratisering
A
spelen populistische regeringen een grote rol
B
is de macht in handen van een kleine groep mensen
C
is er vooral sprake van privatisering, deregulering en vrijhandel
D
bemoeien gewone burgers zich steeds actiever met het bestuur van een land
Slide 10 - Quiz
Welk antwoord geeft de politieke ontwikkelingen in de goede chronologische volgorde weer?
A
dictatuur, kwetsbare democratie, oligarchie,
meer stabiele democratie
B
oligarchie , dictatuur , kwetsbare democratie,
meer stabiele democratie
C
kwetsbare democratie, oligarchie, dictatuur,
meer stabiele democratie
D
kwetsbare democratie,
meer stabiele democratie,
dictatuur, oligarchie
Slide 11 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met good governance
Slide 12 - Question ouverte
2 beweringen: 1. De regionale infrastructuur is in Zuid-Amerika beter ontwikkeld dan in Zuidoost-Azië 2. De verstedelijkingsgraad van Zuid-Amerika is hoger dan die van Zuidoost-Azië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist
bewering 2 is juist
Slide 13 - Quiz
Schrijf van zowel Zuid-Amerika als Zuidoost-Azië 3 landen op die behoren tot een centrumland, de semi-periferie en de periferie
Slide 14 - Question ouverte
Noem een gemeenschappelijk economisch en demografisch kenmerk van landen als Indonesië, Mexico, Turkije en de BRICS-landen
Slide 15 - Question ouverte
2 beweringen: 1. Zuidoost-Azië was eerder politiek onafhankelijk dan Zuid-Amerika 2. De afhankelijkheid in de export van grondstoffen is in Zuid-Amerika groter dan in Zuidoost-Azië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist
bewering 2 is juist
Slide 16 - Quiz
Zuidoost-Azië ligt op
A
het westelijke halfrond
B
het oostelijk halfrond
Slide 17 - Quiz
De landen die behoren tot de Pacific Rim liggen vooral rond
A
de Atlantische Oceaan
B
de Indische Oceaan
C
de Grote Oceaan
Slide 18 - Quiz
Ondanks een daling in de vruchtbaarheid bij veel landen, neemt de bevolking in die landen absoluut nog toe. Dit komt doordat ...
A
er veel analfabeten zijn
B
de levensverwachting toe is genomen
C
het geboorte-overschot is toegenomen
D
het verstedelijkings-tempo snel toeneemt
Slide 19 - Quiz
2 beweringen: 1. Zuid-Amerika is cultureel meer divers dan Zuidoost-Azië 2. Zuidoost-Azië zit nog in de fase dat de verstedelijking en de economische groei vooral plaats vindt in de megasteden. Zuid-Amerika is deze fase al voorbij.