Week 33 (week 19 2022) M2 Grammatica 4de naamval

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?


  • Logo schauen
  • Grammatik: Personalpronomen 1., 3. und 4. Fall

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zuerst.....les-/dagopening
ein Filmchen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Lernziele:
  • je kunt uitleggen wat naamvallen zijn;
  • je leert de vormen van de persoonlijk voornaamwoorden in de eerste en de vierde naamval;
  • je leert de voorzetsel met hun  betekenis die de vierde naamval krijgen (na deze voorzetsel moet je ALTIJD de vierde naamval gebruiken);
  • je leert het persoonlijk voornaamwoord in de eerste en de vierde naamval toe te passen in een zin.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen

Denk even na.....

  • wat is een persoonlijk voornaamwoord?
  • wanneer gebruik je een persoonlijk voornaamwoord?
  • welke Duitse persoonlijk voornaamwoorden ken je?
  • en..... wat weet je nog meer??

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 een zelfstandig naamwoord kan door een persoonlijk voornaamwoord worden vervangen
LET ER DAN OP OF HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD MANNELIJK, VROUWELIJK, ONZIJDIG OF MEERVOUD IS!!!

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:
das Pferd (o) wordt es
 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
die Kinder wordt sie 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personalpronomen
1ste naamval = onderwerp

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De eerste naamval wordt gebruikt als het woord het onderwerp van de zin is.
Het onderwerp vind je door te vragen : 
wie of wat + alle werkwoorden.

Voorbeeld:
NL: De vrouw koopt een boek. --> Wie koopt er? = onderwerp
DU: Die Frau kauft ein Buch.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personalpronomen
4de naamval = lijdend voorwerp

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vierde naamval wordt gebruikt wanneer het woord een lijdend voorwerp is.
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
wie/wat + alle werkwoorden + onderwerp’

Bijvoorbeeld: 
NL: De vrouw koopt een boek. -> Wat koopt de vrouw?
Een boek = lijdend voorwerp
DU: Die Frau kauft ein Buch

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1ste naamval
ich
du
er
sie
es 
wir 
ihr
sie/Sie
4de naamval
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie/Sie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Präpositionen (voorzetsels)
voorzetsels die de vierde naamval krijgen!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs, voorbij

Slide 21 - Diapositive

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
 
                                          

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan
Het stappenplan helpt je om de juiste vorm in de juiste naamval van een persoonlijk voornaamwoord te vinden!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
                        

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was:      Oscarromerotalen: kies zelf minimaal 3
               opdrachten en maak deze:
               (13-1 tot en met 13-15)
Wie:       selbstständig
Hilfe:      die Grammatik auf Seiten 50 und 51 en het
                stappenplan
Zeit:        25 Minuten
Fertig?  maak 2, 4, 6, 7, 8, 9 Wiederholung op blz 156 - 159





Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles
B
Ik snap het redelijk goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • kan ik uitleggen wat een naamval is?
  • weet ik wat de eerste en de vierde naamval zijn?
  • ken ik de vormen van de persoonlijk voornaamwoorden in de eerste en de vierde naamval?
  • ken ik de voorzetsels en de  betekenis van de voorzetsels die de vierde naamval krijgen?
  • kan ik de eerste en de vierde naamval toepassen in een zin?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


MAKEN:
WIEDERHOLUNG KAPITEL 7 (blz 156 - 159):
Aufgaben  2, 4, 6, 7, 8, 9

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bitte, nehmt einen Laptop!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stunde 2

Mediendossier

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions