240109_1d_hoofdletters en leestekens


Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Als de klok is afgelopen, zit je op je plek en ben je stil.





timer
3:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Als de klok is afgelopen, zit je op je plek en ben je stil.





timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen uitleg: hoofdletters en leestekens
Lezen
Even pauze
Zelf werken
Zelf werken
Wat weet je nog?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les
Terugkijken en morgen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen

Pak je leesboek en ga vijf minuten in stilte lezen.
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog: schrijf leestekens en hoofdletters op
1. kijk uit....
2. in nederland wonen 17 miljoen mensen.......
3. welke speler van feyenoord heeft gescoord....
4. mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera.....
5. in welk jaar ben jij geboren......
6. wat een goed idee....
7. bij het vak nederlands doe ik goed mijn best.....


10. Bij het schoolvak Nederlands doe ik altijd extra goed mijn best.....

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
1. Kijk uit!
2. In Nederland wonen 17 miljoen mensen.
3. Weet jij welke speler er bij de wedstrijd van Feyenoord heeft gescoord?
4. Mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera!
5. In welk jaar ben jij geboren?
6. Wat een goed idee!
7. Bij het vak Nederlands doe ik altijd goed mijn best.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik
je hoofdletters?

Slide 7 - Carte mentale

Het maakt het lezen makkelijker en je kunt een tekst beter begrijpen.
Uitleg: hoofdletters
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken
en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.
Maandag begint de schoolweek.
Mijn moeder heet Ineke.
Mijn schoenen zijn van Nike.
Zij wonen in Leiden.
Heb jij een kerstboom met Kerst?
Op een maandag in november waait de wind uit het noorden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HOOFDLETTERS

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In elk rijtje staat een woord dat met een hoofdletter geschreven moet worden. Welke?
1. instagram - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - rotterdamse - strand - vakantie - supermarkt
4. fatbike- eiland - winkel - tesla
5. meisje - vera- vriendinnen - feest
6. hoofdstad - fc utrecht - bands - festival - voetbal 
7. sport - adidas - tennis - voetbal - schoenen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
1. Instagram - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. Nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - Rotterdamse - strand - vakantie - supermarkt
4. fatbike - eiland - winkel - Tesla
5. meisje - Vera - vriendinnen - feest
6. hoofdstad - FC Utrecht - bands - festival - voetbal
7. sport - Adidas - tennis - voetbal - schoenen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg: leestekens
Punt
aan het einde van een gewone zin
De deur van mijn kamer staat open.
Vraagteken
aan het eind van een vraagzin
Zijn ze erg zenuwachtig?
Uitroepteken
na een uitroep
Doe je best!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf werken: schrijf de zinnen over. 
Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
1. de mooiste provincie van nederland is limburg
2. wat een mooie jas
3. in ouderkerk aan de amstel zijn veel leuke restaurants
4. voetbalclub ajax komt uit amsterdam
5. zullen wij morgen op bezoek bij opa en oma
6. ik houd van winkelen bij h & m  
7. mijn moeder houdt van spaans en grieks eten 
8. wil jij mijn tas even aangeven
9. ben jij jarig in de maand januari of juni
10. de regering van nederland vind je in amsterdam

Hoe? in je schrift.
Hoe lang? 10 min.
Klaar? lezen.

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauzetijd
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
hoe lang: 15-20 min.
klaar: lezen
wat? werkbladen maken
10 minuten zelfstandig stil
10 minuten zelfstandig fluisteren
hulp: vraag het mij
timer
10:00
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van de les
Boeken in je tas en blijven zitten.


Stoel aanschuiven, lokaal netjes achterlaten voor de volgende klas.

Rustig het lokaal verlaten.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions