P3_litgs_middeleeuwen(1)

Nederlands, periode 3
havo 4
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederlands, periode 3
havo 4

Slide 1 - Diapositive

LessonUp instellen H4B
Ga naar ItsLearning > H4Bnetl > klik op de link in het bericht.

Slide 2 - Diapositive

Planning periode 3
  • theorie literatuurgeschiedenis (voorbereiding toetsweek)
  • opdrachten in de les (voor 1 punt leesdossier)
  • middeleeuws werk lezen (voor 1 punt leesdossier)
  • schrijfvaardigheid: betoog schrijven

Slide 3 - Diapositive

Planning per week
  • Week 5: intro middeleeuwen + intro betoog schrijven
  • Week 6: Lanseloet lezen; theorie middeleeuwen + start betoog
  • Week 7: theorie renaissance + Lanseloet sv + kladversie betoog
  • Week 8: theorie verlichting + verbeteren kladversie
  • Week 9: theorie romantiek + netversie betoog in de les
  • Week 11: theorie fin de siècle + leesdossier
  • Week 12: inleveren leesdossier 12 punten

Slide 4 - Diapositive

LIEFDESLIEDJES
literatuurgeschiedenis

*Van middeleeuwen tot fin de siècle*


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Overeenkomst middeleeuwen en heden?
  • De middeleeuwen, dat is toch zo lang geleden. Wat hebben we nou gemeen met die mensen. Die zijn toch heel anders, dan wij, moderne mensen?
  • In elke tijd worden mensen verliefd en zijn er mensen die daar liedjes, gedichten en boeken over schrijven.

Slide 7 - Diapositive

Een van de oudst bewaard gebleven stukken tekst in de Nederlandse taal is een stuk uit een liefdesgedicht.

Slide 8 - Diapositive

middeleeuwen: kernwoorden
  • Vrouwonvriendelijk
  • Feodaal
  • Theocentrisch
  • Armoede, grote kloof arm-rijk
  • standenmaatschappij

Slide 9 - Diapositive

Het feodaal stelsel 

Slide 10 - Diapositive

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  
    > Eigen invulling geloof > ketterij!

Slide 11 - Diapositive

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen: 
  • Vroege Middeleeuwen (500-1000)
  • Hoge Middeleeuwen(1000-1300)
  • Late Middeleeuwen(1300-1450)

Slide 12 - Diapositive

Driedeling middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof  >  (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht > - cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 13 - Diapositive

Hoe zat het met de liefde toen?
Liefde voor...
  • Vorst, rol van trouw in feodaal systeem
  • God, rol van liefde in theocentrisch wereldbeeld
  • Medemens?

Slide 14 - Diapositive

Schrijven in opdracht van
Belangrijk om te weten dat men in de middeleeuwen niet zozeer schreef om zichzelf uit te drukken, maar in opdracht
  • Van koning: liefde voor de koning
  • Van kerk: liefde voor God

Opdrachtgever = mecenas

Slide 15 - Diapositive

Weinig plaats voor zelfexpressie
  • Die ‘zelf’ deed er niet toe
  • Toch…

Slide 16 - Diapositive

Hebban olla vogola...
Een van de oudste zinnetjes in de ‘Nederlandse’ volkstaal komt ook van een monnik.   

Na al dat overschrijven van die droge kost had  de ganzenveer van de monnik niet genoeg inkt meer. Om te voorkomen dat hij vlekken zou maken op zijn manuscript met zijn opnieuw geïnkte pen, schreef hij op de laatste bladzijde eerst een ander stukje tekst op, een zogenaamde pennenproef. Deze monnik had nogal een gevoelige ziel, want hij schreef een stukje van een liefdesgedichtje.

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic anda thu, wat unbindan we nu?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Literatuur
  • Epiek: verhalende teksten (bv. ridderromans)
  • Lyriek: liederen en gedichten
  • Dramatiek: toneelstukken

Slide 19 - Diapositive

Hendrik van Veldeke

  • Oudste bij naam bekende dichter, eind 11e eeuw
  • schreef zo'n 30 liefdesliedjes
  • Doel: vermaak en voorbeeld van goed gedrag

Slide 20 - Diapositive

Hoofse liefdeslyriek: de zanger toont zich opgetogen over de verblindende schoonheid van zijn geliefde, toch is hij in het diepst van het hart gewond, hij is bereid tot onvoorwaardelijke dienstbaarheid en toont zich bezorgd dat haar iets zal overkomen.

liefdeslyriek: veel over natuur, met natureingang: stemming van de dichter

Slide 21 - Diapositive

Hoofsheid
Eercultuur → aanzien en waardering is afhankelijk van je individuele gedrag

Kenmerken hoofsheid:
galant zijn, je inleven in een ander, jezelf beheersen, vrouwen zijn hoogwaardige wezens, dienstbaarheid
→ Gedragsregels die bedoeld zijn om onderlinge spanningen te voorkomen → Beschaafde omgangsvormen
→ Belangrijkste eigenschap: zelfbeheersing


Slide 22 - Diapositive

To do...
  • Luister deze podcast en maak de bijbehorende vragen.

  • In deze podcast komen begrippen voor die je moet kennen. 

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 1 - vragen bij de podcast
Zoek de volgende begrippen/namen op, geef in eigen woorden steeds kort aan wat of wie wordt bedoeld:
  • Wat zijn troubadours en Minnesänger?
  • Wat wordt bedoeld met hoofs? Geef een genoemde karakterisering en geef genoemde voorbeelden van hoofsheid.
  • Wat is een Natureingang?
  • Wie zijn de volgende personen? (Wie zijn ze, wat schreven ze, wanneer leefden ze? Let op het gaat om literatuur)
Hadewych
Bredero 
Vondel 

Slide 24 - Diapositive

To do...

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 2 - vragen bij gedicht
Vragen bij het gedicht:
1. Heeft het gedicht een Natureingang?
Zo ja, citeer het tekstgedeelte.

2. Het gedicht is hoofs te noemen. Welke hoofse kenmerken kom je tegen?

3. Tegen welk hoofs kenmerk wordt door de ik-persoon in het gedicht gezondigd?
 

Slide 26 - Diapositive

Opdracht 3 - opzoeken
  • Ga op zoek naar een liedje/rap uit je eigen wereld die over hetzelfde onfderwerp gaat.
  • Dus niet alleen over liefde, maar over de fout die de ik-persoon in het gedicht van Veldeke maakte.

Slide 27 - Diapositive

Egidiuslied

  • beroemdste liefdesgedicht uit de middeleeuwen: dichter treurt om gestorven vriend 

  • Orale vertelcultuur: troubadours trokken van hof naar hof --> rijm

Slide 28 - Diapositive

Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn.
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven.
Ic moet noch zinghen een liedekijn.
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn.
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.





Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
We hadden een goede, mooie vriendschap.
Het scheen of wij tezamen zouden sterven.
Nu ben jij opgestegen naar Gods troon,
omstraald door licht dat helder is dan de zonneschijn.
Alle vreugde valt jou ten deel.
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
Bid voor mij, want ik moet nog ploeteren
en pijn lijden in deze wereld.
Bewaar een plaatsje voor me, naast jou.
Ik moet hier nog een liedje zingen.
Maar sterven moet iedereen.
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar je, mijn vriend.
Jij koos de dood, mij liet je ’t leven.
We hadden een goede, mooie vriendschap.
Het scheen of wij tezamen zouden sterven.





Slide 29 - Diapositive

Egidius-lied

Slide 30 - Diapositive