Week 3 Taalverzorging Leestekens 3.2

Is er iets waar je naar uit kijkt voor komend weekend?
Ja,zeker
Nee, helaas
1 / 29
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Is er iets waar je naar uit kijkt voor komend weekend?
Ja,zeker
Nee, helaas

Slide 1 - Sondage

Wil je er iets over vertellen?
Ja, leuk
Liever niet

Slide 2 - Sondage

Wat gaan we doen ? 
Instructie leestekens
Maken taalverzorging 3.2 Leestekens 
Afmaken vorige lessen
Toets inhalen:  Loïs, Nazjir, Jilles, Jedemy, 
D'angelo, Niek

Slide 3 - Diapositive

Taalverzorging 3.2 Leestekens

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
*Aan het einde van de les ben je je bewuster geworden van de betekenis en toepassing van leestekens. Je ziet het belang van goed gebruik in. 

Slide 5 - Diapositive

Welke leestekens ken je al?

Slide 6 - Carte mentale

Waarom belangrijk?

Slide 7 - Diapositive

Punt
*Aan het einde van een zin
*Bij afkortingen: m.b.v. & t.z.t.
*Maar niet bij alle afkortingen: vwo

Slide 8 - Diapositive

Vraagteken
*Bij vraagzinnen: Mag ik dat opschrijven als verklaring?

Slide 9 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een zin met een vraagteken.

Slide 10 - Question ouverte

Uitroepteken
*Bij een bevel: Houd je mond!
*Bij een uitroep: Dat slaat nergens op!

Slide 11 - Diapositive



houd je mond
A
Houd je mond?
B
Houd je mond!
C
Houd je mond.

Slide 12 - Quiz



eten we vandaag spinazie
A
Eten we vandaag spinazie?
B
Eten we vandaag spinazie!
C
Eten we vandaag spinazie.

Slide 13 - Quiz

Komma
*Bij opsommingen: Als ontbijt at ik een boterham, een ei en een appel.
*Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden: Zij is een vrolijke, Hollandse dame.
*Tussen twee persoonsvormen: Toen ik gisteren naar huis liep, kwam ik een hond tegen.
*Bij een aanspreking of een tussenwerpsel:
-Petertje, zit je nou alweer op YouTube?
-Nou, die is kapot.
*Voor een voegwoord: Ik was te laat in de les, doordat ik in de file stond.

Slide 14 - Diapositive

uhm dat weet ik niet zeker
A
Uhm, dat weet ik niet zeker.
B
Uhm dat weet ik niet zeker.
C
Uhm, dat weet ik niet zeker?
D
Uhm ... dat weet ik niet zeker.

Slide 15 - Quiz

oma kunt u mij de stroop aangeven
A
Oma? Kunt u mij de stroop aangeven?
B
Oma. Kunt u mij de stroop aangeven?
C
Oma, kunt u mij de stroop aangeven.
D
Oma, kunt u mij de stroop aangeven?

Slide 16 - Quiz

als de kat van huis is dansen de muizen op tafel

Slide 17 - Question ouverte

Dubbele punt
*Als aankondiging van een opsomming: De volgende partijen stemden voor de motie: VVD, D66, CDA en CU.
*Als aankondiging van een citaat: De professor zegt: "Het coronavirus is erg besmettelijk."
*Bij een uitleg: Ik ben er gisteren niet aan toegekomen: ik had bezoek.

Slide 18 - Diapositive

Puntkomma
*Bij twee hoofdzinnen die hetzelfde zeggen of een heel nauw verband met elkaar hebben: De reis naar Parijs duurde erg lang; we waren de hele dag onderweg.

*Mijn advies zou zijn om de puntkomma niet te gebruiken, omdat je deze nooit verplicht hoeft te gebruiken, terwijl je er wel fouten mee kunt maken.

Slide 19 - Diapositive

Aanhalingstekens
*Bij een citaat: De professor zegt: "Het coronavirus is erg besmettelijk."
*Bij een woord dat je ironisch bedoelt: Echt "fijn" dat het al de hele dag regent.
*Als het over het woord zelf gaat: "Deur" betekent: beweegbare afsluiting die toegang geeft tot een gebouw, vertrek, kast.

Slide 20 - Diapositive

je kunt twee dingen doen wel of niet leren voor je examen
A
Je kunt twee dingen doen: "Wel of niet leren voor je examen."
B
Je kunt twee dingen doen; wel of niet leren voor je examen.
C
Je kunt twee dingen doen: wel of niet leren voor je examen.
D
Je kunt twee dingen doen. Wel of niet leren voor je examen.

Slide 21 - Quiz

wat heerlijk zeg het regent pijpenstelen
A
Wat "heerlijk" zeg. Het regent pijpenstelen.
B
Wat "heerlijk" zeg, het regent pijpenstelen.
C
Wat heerlijk zeg; het regent pijpenstelen.
D
Wat heerlijk zeg, het regent pijpenstelen.

Slide 22 - Quiz

de student riep uit ik heb geen zin meer in deze rotles

Slide 23 - Question ouverte

ze waren alle drie ter plaatse de politie de ambulance en de brandweer

Slide 24 - Question ouverte

Tekens bij woorden 
Filmpje !

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Terugblik:
We hebben (terug)gekeken naar het gebruik van leestekens. 
Leestekens zijn belangrijk, omdat ze je tekst overzichtelijk en beter leesbaar maken. 
Het juiste gebruik van leestekens bij je schrijfexamen is HEEL BELANGRIJK. Verkeerd gebruik wordt je streng aangerekend!
Tip: 
Gebruik de puntkomma niet en probeer de dubbele punt te vermijden. Dit zijn lastige leestekens en ze kunnen je vaak meer slecht dan goed doen v.w.b. het eindcijfer voor schrijven. 



Slide 27 - Diapositive

Taalverzorging
3.2 leestekens 

Slide 28 - Diapositive

Wat gaan we doen ? 
Instructie leestekens 
Maken taalverzorging 3.2 Leestekens 
Toets inhalen: Karima,Femke,Faissal, Daisy
Afsluiting: Sinterklaas quiz (15 minuten ) 

Slide 29 - Diapositive