Taal Thema 6 les 10

Taal thema 6 
Les 10
.
Herhaling van deze week:
Themawoorden
Bedrijvende en lijdende vorm
Het juist gebruik van persoonlijk voornaamwoorden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taal thema 6 
Les 10
.
Herhaling van deze week:
Themawoorden
Bedrijvende en lijdende vorm
Het juist gebruik van persoonlijk voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent:
Voor hetzelfde geld (loopt het heel anders)

Slide 2 - Question ouverte

Thema woorden

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Verander de bedrijvende zin in een lijdende zin:
Meester Mike geeft gymles op onze school.

Slide 6 - Question ouverte

Verander de bedrijvende zin in een lijdende zin:
Joyce zingt een simpel liedje.

Slide 7 - Question ouverte

Verander de bedrijvende zin in een lijdende zin:
Mijn moeder kookt mijn lievelingseten.

Slide 8 - Question ouverte

Verander de bedrijvende zin in een lijdende zin:
Meester Rohan bedenkt de meest magnifieke plannen.

Slide 9 - Question ouverte

Verander de bedrijvende zin in een lijdende zin:
Roald Dahl schrijft de beste verhalen.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Hun moeten grondstoffen verzamelen, zoals hout.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Ze oom Martin en Fred trekken eropuit met een vrachtwagentje.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Maar hun moeten oppassen voor de grote boer Pieter.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Me beste vriend en ik vinden de virtuele wereld in dit spel mooi gemaakt.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Ik heb me record al een par keer verbeterd.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de fout? Verbeter het.
Ik weet zeker dat dit spel jouw ook bevalt!

Slide 16 - Question ouverte

Ik kan van een bedrijvende zin, een lijdende zin maken
Ja
Een beetje
Nee

Slide 17 - Sondage

Ik kan persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden juist gebruiken.
Ja
Een beetje
Nee

Slide 18 - Sondage