A6sp8 Periode 2, Les 7 LEVA - GSE (28-11-2022)

Bienvenidos

LESSONUP klascode: bfsjw
Meld je aan via de link in magister 29-08-2022


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos

LESSONUP klascode: bfsjw
Meld je aan via de link in magister 29-08-2022


Slide 1 - Diapositive

Metas / Objetivos (doelen)
Literatuur:
Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun literaire context.

Leesvaardigheid: 
Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 
Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.
Je werkt aan je woordenschat.

Slide 2 - Diapositive

Info: Toetsen en opdrachten
  • Tussentoets: leesvaardigheid en woordenschat (5%, niet herkansbaar), 12 december 2022
  • Toetsweek: Leesvaardigheid (5%, herkansbaar)
  • Literatuur: 2 nieuwe opdrachten + Lorca (15%, niet herkansbaar)
  • Portfolio: oefenexamen VWO 2016-2e tijdvak + vocab-dossier

Slide 3 - Diapositive

El programa 
En pleno:
  • Nabespreken Caperucita r. 15-19 lobo
  • Voorbespr. H10 oef 12, volgorde alinea's
En grupos:
1. Vocab (15m) 
2. Lectura (25m)
  • Hoofdgedachte, titels/koppen, volgorde 
  • Syll.2.3.4 opgave 8 + PA H10 oef 11 en 12
3. CSE-teksten (10m)
Evaluación
              LITERATURA: inschrijven

Slide 4 - Diapositive

Les deberes fueron:
Estudiar:  
  • Hoofdgedachte in een alineagedeelte of regels: Syllabus 2.3.4 (p.13-14) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N 
  • vocab syllabus p. 75 S-N 
  • herhaal de imperfecto de subjuntivo H6 bron D 

Hacer:  
  • syllabus p.14, oefenen met -> opgave 6-7 + Glosario: noteer uit beide teksten minimaal 3 woorden in je glosario  + VOCAB.DOSSIER opgave 18 (Syll p.51-52)  -> al nagekeken
  • Roodkapje t/m r. 19 ‘lobo’ -> bespreken
  • INDIEN nog niet af: vwo-eindexamen 2005 1e tijdvak tekst 2,3,5,6 + reflectie  -> zelf nakijken, correctiemodel op teams 



Slide 5 - Diapositive

COMPROBAR: Caperucita roja
En pleno (plenair, klassikaal)

Nabespreken r. 15-19 (t/m 'lobo')

Slide 6 - Diapositive

LECTURA: volgorde van alinea's bepalen
En pleno (plenair, klassikaal)

VOORBESPREKEN:
Paso adelante H10 oef 12 (libro 4 p.89-90)

Bespreek in tweetallen:
  1. Hoe ga je te werk?
  2. Waar let je op?


Slide 7 - Diapositive

En grupos
  1. VOCAB (15m)
  2. LECTURA Syllabus + Paso adelante (25m)
  3. CSE-examens (10m)

ATENCIÓN: 
Divide bien tu tiempo + Usa las próximas páginas en lessonup.

Slide 8 - Diapositive

1. Verbos y vocab (15m)
1. Werkwoorden herkennen: Caperucita roja regel 19-25 ‘...vino’ 

2. Syll p.52-53, paragraaf 3.3.2 Idioomkennis opgave 19 (werkwoord -> zelfstandig naamwoord). ZET OOK DE VERTALING ERBIJ! 

3. Leren Syllabus p.76 S-N 
timer
12:00

Slide 9 - Diapositive

2. LECTURA: hoofdgedachte + volgorde (25m)
1. Estudiar + hacer: Hoofdgedachte, het plaatsen van titels en tussenkoppen Syllabus 2.3.4 (p.14-16) 

2. Hacer: syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie ook p.31)

3. Paso adelante H10 oef 11 (= vnl. hoofdgedachtevragen) + 12 ( = volgorde van de alinea’s bepalen)

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario

timer
25:00

Slide 10 - Diapositive

3. VWO-examens (10m)
1. Nakijken examen 2005 1e tijdvak, de teksten 2, 3, 5, 6
-> antwoordblad op team v6sptl 'ANTWOORDBLADEN' 

2. WERKEN AAN VWO-examen 2016-2 
-> zie team V6sptl 
-> niet vergeten: glosario 3 woorden per tekst 
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Los deberes
Estudiar:  herhaal de leerstof van bovenstaande les + vocab syllabus p.76 S-N 

Hacer:  
  • Caperucita roja, t/m r.24 ‘vino’ 
  • Vocab dossier opgave 19 (Syll p.52-53) 
  • afmaken syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie p.30) 
  • Afmaken Paso adelante H10 oef 11-12 

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario
 
  • intekenen voor de groepsindeling van literatuur (intekenlijst is gedeeld)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Verbos: En resumen
  • Presente (llamo = ik bel)
  • Futuro: ik zal.... (llamaré = ik zal bellen)
  • Condicional: ik zou ... (llamaría = ik zou bellen)
  • Perfecto: ik heb/ben + volt dw. (he llamado = ik heb gebeld)
  • Pluscuamperfecto: ik had/was + volt dw. (había llamado = ik had gebeld)
  • Subjuntivo: bij wil, wens etc..., meestal in bijzin met 'que' (quieren que llame = ze willen dat ik bel)
  • Indefinido: verleden tijd bij (opsomming van) gebeurtenissen (llamé = ik belde / heb gebeld)
  • Imperfecto: verleden tijd als gewoonte, achtergrondbeschrijving (llamaba = ik belde)

Slide 14 - Diapositive

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 15 - Quiz

TEKST 9: Tussenkoppen plaatsen
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 9 vraag 34. 
Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
                                                                                                ¿Terminado? -> maak tekst 8 + 11

Slide 16 - Diapositive

De 'beweringen-vraag'
Bij dit vraagtype staan er enkele beweringen onder elkaar, meestal in het Nederlands.
Je moet aangeven of de bewering waar / niet waar is.

Voorbeeld: tekst 7, vraag 21.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de beweringen. 
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Noteer per bewering  waar / niet waar.
Let op: een beweringen-vraag levert relatief weinig punten op.

Slide 17 - Diapositive

De open vraag
Bij een open vraag moet je zelf je antwoord formuleren, meestal in het Nederlands. 
Beantwoord EXACT wat wordt gevraagd. GEEN onnodige toevoegingen!!!!

Voorbeeld: tekst 7, vraag 26.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de vraag.
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Formuleer je antwoord: Herhaal de vraag in je antwoord. Wees to the point.
  • Moet je citeren? Schrijf dan letterlijk over uit de tekst.


Slide 18 - Diapositive

TEKST 12: Tussenkoppen plaatsen
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 12 pregunta 39-40. Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
        ¿Terminado? -> maak tekst 8, 11

Slide 19 - Diapositive

Conclusievraag: hoe ga je te werk
A
globaal lezen > de vraag lezen > daarna de vraag beantwoorden
B
de vraag lezen en begrijpen > tekst grondig lezen en betekenis vaststellen > vraag beantwoorden
C
de vraag lezen en begrijpen > daarna zoekend lezen > de vraag beantwoorden
D
grondig lezen > daarna de vraag lezen en beantwoorden

Slide 20 - Quiz

Multiple choice vragen en open vragen:
Jouw vier tips op basis van
Syllabus p.42-44 en Libro de referencia p.48-49

Slide 21 - Question ouverte