1.3: Europa en de wereld

 §1.3 Europa en de wereld


KA 19 Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 §1.3 Europa en de wereld


KA 19 Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 1 - Diapositive

De tijd van Regenten en Vorsten
1600-1700

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 1.1 'Nederland en Europa'
Amsterdam werd een stapelmarkt van geheel Europa.
Leg uit dat dit goed paste bij het kapitalisme.

Slide 3 - Question ouverte

Herhaling 1.2 'Nederland en Europa'
1672 wordt het Rampjaar genoemd omdat:
A
De Nederlanden Amsterdam verloren als stapelmarkt van de wereld.
B
de Nederlanden werden aangevallen door Frankrijk, Engeland, Keulen en Münster.
C
De Nederlanden werden aangevallen door Duitsland, Rusland en Italië.
D
De Nederlanden de godsdienstige oorlog tegen de Rooms-Katholieke kerk leken te verliezen.

Slide 4 - Quiz

Waar gaat deze paragraaf over?
In de 17e eeuw breidden de Europeanen hun contacten met Afrika, Azië en Amerika flink uit. Zo ontstond een wereldeconomie, waarbij de werelddelen economisch met elkaar verbonden raakten. Nederlanders speelden hierbij een belangrijke rol.

Slide 5 - Diapositive

Personen uit de paragraaf
Jan Pieterszoon Coen
Gouverneur-Generaal van de VOC
Piet Hein
WIC commandant

Slide 6 - Diapositive

Oprichting VOC
Oprichting WIC
Belangrijke gebeurtenissen uit de paragraaf
- 1602
- 1621

Slide 7 - Diapositive

Wat er vooraf ging:
  • De Portugezen ontdekken de route naar Azië

  • Portugezen houden deze 'Carreira da India' strikt geheim

  • Jan Huygen van Linschoten reist mee en beschrijft de reis in zijn Itinerario

Slide 8 - Diapositive

De Itinerario, of Voyage ofte schipvaert, naer Oost ofte Portugaels Indien (...enz. enz.), was meer dan alleen een routekaart.
Er stonden heel veel tekeningen in van vreemde kusten, dieren, mensen en hun rituelen. De Nederlanders keken hun ogen uit.
Iternario - Jan Huygen van Linschoten

Slide 9 - Diapositive

Wat vooraf ging
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 10 - Diapositive

Even rookpauze
Deze metselaar houdt samen met zijn vrienden een rookpauze. Zijn tabak en pijpjes liggen voor hem op tafel. Tabak komt oorspronkelijk uit Amerika, en werd in de 16e eeuw razendsnel populair in Europa. Ook in Nederland werd overal gerookt: thuis, in winkels, soms zelfs in de kerk. De vraag naar tabak was zo hoog, dat de WIC en de VOC eigen tabaksplantages aanlegden. Ook de productie van rookgerei bracht geld op.
Een populaire drank
In de 17e eeuw werd koffie een populaire drank. Hier zie je hoe rijke mensen hun koffie destijds dronken: uit het schoteltje. Koffie wordt gemaakt van bonen van de koffieplant. Deze plant groeide alleen rond de Arabische plaats Mokka en daardoor had de stad het monopolie op de handel. Maar nadat VOC-kooplieden een aantal planten hadden meegesmokkeld, was het monopolie gebroken en kon de VOC als eerste compagnie handelen in eigen koffiebonen.
Een jurk van katoen en zijde
In de 17e eeuw droegen de meeste Europeanen kleding van wol. Maar het was moeilijk om daar chique kleren van te maken. Rijke mensen droegen daarom liever kleding van katoen en zijde, zoals het meisje op dit schilderij. Deze stoffen kwamen helemaal uit Azië. Europese compagnieën stichtten handelsposten in India om de stoffen daar in te kopen. Later legden ze plantages aan in Amerika om zelf katoen te produceren.
Zo ontstond Delfts blauw
Door de ontdekkingsreizen ontstond er veel vraag naar Chinees porselein. Fabriekjes in Delft gingen de populaire Chinese koppen en vazen namaken. Dit blauwwitte aardewerk kreeg de naam ‘Delfts blauw’ en werd in heel Europa verkocht. Eerst werden de Chinese voorbeelden in zijn geheel nagemaakt, inclusief de tekeningen, zoals op deze schotel. Maar na verloop van tijd werd het aardewerk ook versierd met eigen tekeningen, van bijvoorbeeld molens en schepen.

Slide 11 - Diapositive

Handelen in Azië

Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan.
De opbrengst was niet voldoende om de kosten eruit te halen maar toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen!
Steeds meer Nederlandse kleine tijdelijke bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië reizen. Eerst waren zij nog winstgevend, echter door de vele concurrentie ging de winstgevendheid verloren. De Staten-Generaal greep in en besloot om de compagnieën samen te voegen in één bedrijf: de VOC.
De VOC kreeg van de Staten-Generaal  het monopolie om als enige te handelen in Indië.
Bij oprichting wordt bepaald dat de VOC voor een periode van eenentwintig jaar een handelsmonopolie krijgt voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magalhães. De compagnie bestaat uit zes Kamers (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen) en het benodigde startkapitaal, waarvoor ingetekend wordt en waaraan iedere ingezetene van de Republiek kan deelnemen, bedraagt ongeveer 6 miljoen gulden.
Terugkeer van de tweede Azië-expeditie van de Oude Compagnie onder Jacob van Neck in 1599 door Cornelis Vroom (ca. 1591-1661)
Leerdoel
  • Je kunt uitleggen waarom de Staten-Generaal de VOC oprichtte.
  • Je kunt de speciale positie van de VOC verklaren.
Mogelijke toetsvraag
De VOC maakte meer winst dan de compagnieën vóór 1602. Leg uit waardoor.

Slide 12 - Diapositive

de VOC

De VOC had rechten die anderen niet hadden zoals:
1. Militaire voorrechten
(bouwen van handelsposten en forten en het recht om oorlog te voeren)
2. Recht van contract 
(contracten met inheemse vorsten afsluiten en factorijen opbouwen.)

Zo heeft Jan Pieterszoon Coen als gouverneur-generaal (hoogste baas van de VOC) de bevolking van Banda uitgemoord en weggevoerd om er vervolgens plantages op te richten waar slaven konden werken. De nieuwe stad Batavia werd de thuishaven van de VOC in Azië.
Moord op Banda, 1621. Schilderij door een moderne lokale schilder waarop een historische gebeurtenis wordt verbeeld: in 1621 werd een groot deel van de bevolking van Banda vermoord door Jan Pieterszoon Coen.
Omstreden historische figuren uit het koloniale verleden als Jan Pieterszoon Coen, Peter Stuyvesant en Jo van Heutsz zijn in Nederland niet alleen in standbeelden vereeuwigd. Ook straten en locaties zijn naar hen vernoemd. In het kader van de Black Lives Matter-protesten is de discussie over hoe we met dit cultureel erfgoed moeten omgaan weer opgelaaid - 24 juni 2020, in Hoorn
Leerdoel
  • Je kunt uitleggen waarom de Staten-Generaal de VOC oprichtte.
  • Je kunt de speciale positie van de VOC verklaren.
  • Je kunt de activiteiten van de VOC en WIC onderscheiden van elkaar.
Mogelijke toetsvraag
Geef je mening en onderbouw deze met (historische) argumenten. Zou een standbeeld van bijvoorbeeld Jan Pieterszoon Coen moeten blijven staan?

Slide 13 - Diapositive

Video
Banda moorden - 6:13

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Inheemsen en Europeanen
Boven in de boom zit een inheemse jongen die kokosnoten naar beneden gooit. Andere jongens vangen de noten beneden op. In Batavia leefden mensen uit Europa en Azië naast elkaar. Ze ontmoetten elkaar alleen hier op de markt. Daar maakten de Nederlanders kennis met de inheemse gebruiken.
Nederlandse stad
Al eeuwen voordat de Nederlanders hier een fort bouwden, was hier de stad Jacatra. Die oude stad werd in 1619 door de Nederlanders verwoest. Het nieuwe Batavia werd aangelegd als een Nederlandse stad, met kanalen en met pakhuizen en stadspoorten zoals ze in Nederland werden gebouwd.
Een parasol
Hier lopen een Europese man en een Aziatische vrouw. Een kleine Indonesiër houdt een parasol boven hun hoofd. In Batavia mochten alleen belangrijke Europeanen met zo’n parasol rondlopen. Het liet zien dat zij de baas waren. De parasol beschermde dus niet alleen tegen de zon, maar gaf ook veel aanzien.
Het Kasteel van Batavia
Dit fort wordt het Kasteel van Batavia genoemd. Batavia was erg belangrijk voor de VOC. Het was het hoofdkwartier van de compagnie in Azië en de plek waar de gouverneur-generaal woonde. Vanuit deze stad leidde hij de handel in Azië. Het fort bestaat tegenwoordig niet meer. Batavia heet nu Jakarta. 
Soldaten van de VOC
Hier zie je soldaten van de VOC. Ze zijn net de stadspoort uitgereden om op patrouille te gaan. De VOC had van de regering het monopolie gekregen op de handel in Oost-Indië. Om deze handel te beschermen mocht de VOC zelf soldaten inhuren en inzetten.

Slide 16 - Diapositive

Alleen de VOC mocht handelen in Azie.
Hoe noem je dit ook wel?

Slide 17 - Question ouverte

Welk begrip past het beste bij de bron?
A
Concurrentie
B
Factorij
C
Gouverneur-generaal
D
Monopolie

Slide 18 - Quiz

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?
A
VOC voerde niet alleen handel en maar ook oorlog!
B
VOC maakte kanonnen
C
VOC hield van mode
D
VOC had weinig wapens

Slide 19 - Quiz

de WIC

In 1621 richtten de Staten-Generaal de WIC (West-Indische Compagnie) op voor de handel met Amerika en West-Afrika, zij krijgen naast het drijven van handel een extra taak. Meevechten in de Tachtigjarige oorlog (de Nederlandse Opstand).

Door de vele concurrentie van andere landen werd de WIC nooit zo succesvol als de VOC.

In 1628 wist kapitein Piet Hein een zware klap uit te delen aan Spanje door de zilvervloot (een vloot van een belading van zilver waarmee de oorlog werd betaald) te veroveren.

De gravure toont de verovering van de Zilvervloot onder leiding van admiraal Piet Heyn in de baai van Matanzas. De Zilvervloot stuitte in september 1628 op de vloot van Piet Hein. Deze slaagt er vrijwel direct in negen schepen te veroveren. De andere schepen die deel uitmaken van de Zilvervloot vluchten de Baai van Mantanzas aan de noordkust van Cuba in. Piet Hein en zijn mannen weten echter ook deze schepen al snel te veroveren. De buit bestaat uit goud, parels, handelswaar en 177.000 pond zilver die een totale waarde vertegenwoordigd van 11,5 miljoen gulden.
Mogelijke toetsvraag
Noem twee activiteiten van de WIC in Amerika en noem bij elk het gebied waar de activiteit plaatsvond.
Leerdoel
  • Je kunt de activiteiten van de VOC en WIC onderscheiden van elkaar.
  • Je kunt uitleggen hoe er een wereldeconomie ontstond (en hoe de VOC en WIC hier een bijdrage aan hebben geleverd)

Slide 20 - Diapositive

de gebieden van de WIC

Om mee te kunnen doen aan de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika nam de WIC gebieden in bezit. 

Deze gebieden werden constant aangevallen en velen werden overgenomen door de Engelsen en Portugezen. 
In het WIC-bezit bleven Suriname, Afrikaanse kustforten en de Antilliaanse eilanden.

Door de handel tussen de werelddelen ontstond in de 17e eeuw een wereldeconomie. Vraag en aanbod op de hele wereld kregen invloed op elkaar.
Openbare verkoping van een slavin en haar twee kinderen in Paramaribo. (Tekening door P.J. Benoït, Voyage à Surinam (1839), pl. 89, collectie Universiteit van Amsterdam).
Leerdoel
  • Je kunt de activiteiten van de VOC en WIC onderscheiden van elkaar.
  • Je kunt uitleggen hoe er een wereldeconomie ontstond (en hoe de VOC en WIC hier een bijdrage aan hebben geleverd)
Mogelijke toetsvraag
Leg met een bronelement uit dat deze afbeelding past bij de driehoekshandel.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Blauwe gebieden = invloedssfeer van de WIC
Groene gebieden = invloedssfeer van de VOC
Nieuw-Nederland: als kolonie in 1624 gesticht en in 1667 bij de Vrede van Breda formeel overgedragen (in de praktijk geruild tegen Suriname) aan Engeland.
Nederlands-Brazilië was van 1630 tot 1654 een Nederlandse kolonie in Zuid-Amerika, het huidige Brazilië. Werd gesticht nadat Piet Hein de Spaanse zilvervloot had veroverd en de West-Indische Compagnie veel geld had. In 1654 werd de kolonie terugveroverd door de Portugezen.
Suriname: De Britse kolonie Willoughbyland werd in februari 1667 veroverd door de Zeeuw Abraham Crijnssen; Willoughbyland werd hernoemd naar Suriname. Suriname kwam – nadat de Engelsen de kolonie kortstondig hadden overgenomen – wederom in handen van de Republiek der Verenigde Nederlanden na de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Bij de Vrede van Breda kreeg de Republiek de soevereiniteit over Suriname in ruil voor Nieuw-Nederland dat door de Engelsen werd hernoemd tot New York.
Nederlandse-antillen: deze West-Indische eilanden waren van ongeveer 1634 tot 1792 gekoloniseerd door de WIC. Aan deze koloniale status kwam een eind toen op 15 december 1954 na acht jaar onderhandelen het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden door Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen werd ondertekend. Op 25 november 1975 werd Suriname een onafhankelijke staat en sindsdien bestond het Koninkrijk der Nederlanden uit Nederland en de Nederlandse Antillen.
Goudkust: In het Goudkustverdrag van 25 februari 1871 werden de Nederlandse factorijen aan de Goudkust voor 47.000 gulden verkocht aan de Britten. In ruil hiervoor kreeg Nederland de verzekering dat de Britten niet zouden ingrijpen in de pogingen om Atjeh in het noorden van Sumatra te veroveren.

Slide 23 - Diapositive

Bekijk de afbeelding over de driehoekshandel. 
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Slaven
Koffie, katoen en suiker.
Vuurwapens, buskruit, textiel.

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Vidéo

Hoort het bij de VOC of de WIC?
VOC
WIC
Indië
ruilhandel met India en Japan
slavenhandel
specerijen
suiker en tabak

Slide 26 - Question de remorquage

1

Slide 27 - Vidéo

Leervraag
  • Je kunt uitleggen waarom de Staten-Generaal de VOC oprichtte.
  • Je kunt de speciale positie van de VOC verklaren. 
  • Je kunt (aan de hand van een bron) de activiteiten van de VOC en de WIC onderscheiden van elkaar. 
  • Je kunt uitleggen hoe er een wereldeconomie ontstond (en hoe de VOC en WIC hier een bijdrage aan hebben geleverd) 


Slide 28 - Diapositive

00:20
Na deze uitspraak heeft minister-president Balkenende veel commentaar gekregen. Waarover waren veel mensen boos?

Slide 29 - Question ouverte