Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
Verwijswoorden
Doel: voorkomen dat je een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt
Een verwijswoord verwijst terug naar een woord dat eerder genoemd is. Dat noem je een
antecedent
.
1 / 12
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verwijswoorden
Doel: voorkomen dat je een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt
Een verwijswoord verwijst terug naar een woord dat eerder genoemd is. Dat noem je een
antecedent
.
Slide 1 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Afhankelijk van het woordgeslacht van het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijswoord terugwijst.
Mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o)
Mannelijk en vrouwelijk = lidwoord
de
Onzijdig = lidwoord
het
Bij twijfel: zoek het woord op in het woordenboek!
Slide 2 - Diapositive
Woordgeslacht
Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!
Opzoeken in het woordenboek
Pak je woordenboek erbij of ga naar
vandale.nl
Blader naar het goede woord of zoek het woord via de zoekbalk
Kijk naar de letter die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht
m = mannelijk
v = vrouwelijk
o = onzijdig
Slide 3 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Enkelvoud (m)
Hij, hem, zijn
Deze, die
Enkelvoud (v)
Zij, ze, haar
Deze, die
Enkelvoud (o)
Het, zijn
Dit, dat
Meervoud
Zij, ze, hen, hun
Deze, die
Slide 4 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Na een voorzetsel en het lijdend voorwerp gebruik je
hen.
Bij een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel gebruik je
hun.
Ik geef
hun
een boek.
Ik geef
aan hen
een boek.
Slide 5 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Namen van landen, provincies, steden en clubs en verkleinwoorden
zijn onzijdig (het-woorden).
Je verwijst ernaar met
het
en
zijn
.
Slide 6 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Als je naar mensen verwijst gebruik je voorzetsel + wie.
De leerling
aan wie
extra uitleg wordt gegeven.
De hond
waaraan
een brokje wordt gegeven.
Slide 7 - Diapositive
Welk verwijswoord?
Het gebouw
dat
daar staat.....
Datgene
wat
je daar beweert..........
Het mooiste
wat
ik gelezen heb.........
Alles
wat
gezegd is, klopt.
Het onweert heel erg,
wat
mij angstig maakt.
Slide 8 - Diapositive
Even checken...
Kies het juiste verwijswoord:
Dit nieuwsblad (o) is opgeheven, omdat ... niet goed werd verkocht.
De bibliotheek (v) zal voortaan ... deuren ook op zaterdagmiddag openen voor het publiek.
Slide 9 - Diapositive
Even checken...
Kies het juiste verwijswoord:
Dit nieuwsblad (o) is opgeheven, omdat
het
niet goed werd verkocht.
De bibliotheek (v) zal voortaan
haar
deuren ook op zaterdagmiddag openen voor het publiek.
Slide 10 - Diapositive
even checken
1. Kies het juiste verwijswoord:
Heb je liever die donkerblauwe spijkerbroek of ... lichtblauwe hier?
2. Kies het juiste verwijswoord:
Mijn zussen zijn boos, omdat ik ... jouw geheim niet wil vertellen.
Slide 11 - Diapositive
even checken
1. Kies het juiste verwijswoord:
Heb je liever die donkerblauwe spijkerbroek of
deze
lichtblauwe hier?
2. Kies het juiste verwijswoord:
Mijn zussen zijn boos, omdat ik
hun
jouw geheim niet wil vertellen.
Slide 12 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Verwijswoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
02 02 24 | H2 | grammatica zinsdelen | verwijswoorden
Mars 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
02 02 24 | H2 | grammatica zinsdelen | verwijswoorden
Février 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A1D - 31 mei 2022
Mars 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
A1D - 31 mei 2022
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Verwijswoorden mavo
Mars 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 3, les 8
Juin 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden havo
il y a 13 jours
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3