Verbeteren hoekenwerk

Ga in jouw groepje zitten
Bedenk een groepsnaam
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Maatschappij en welzijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ga in jouw groepje zitten
Bedenk een groepsnaam

Slide 1 - Diapositive

Thema 1: Sluikstorten

Slide 2 - Diapositive

Sluikstorten is klein afval zoals sigarettenpeuken en verpakkingen bewust of onbewust op een plaats achtergelaten waar het niet thuishoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Sluikstorten
Sluikstorten is het doelbewust achterlaten van vuilnis op plaatsen waar het niet mag in plaats van het met de ophaling mee te geven.

Slide 4 - Diapositive

Welke foto geeft sluikstorten aan?
A
B

Slide 5 - Quiz

De prijs van vuilniszakken is een reden waarom mensen sluikstorten?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is nog een reden dat mensen aan sluikstorten doen?
A
Luiheid
B
Ze hebben een vergunning om aan sluikstorten te doen
C
Ze hebben de kennis niet om correct te sorteren

Slide 7 - Quiz

Hoe straft de gemeente Hamme sluikstorters?
A
Gevangenisstraf
B
GAS-boete
C
Ze krijgen geen straf
D
Werkstraf

Slide 8 - Quiz

Wat was er tegenstrijdig in dit filmpje?

Slide 9 - Diapositive

Wat was er tegenstrijdig in dit filmpje?

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn de gevolgen van sluikstorten of zwerfvuil?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Thema 2: Zwerfvuil

Slide 14 - Diapositive

Zwerfvuil is klein afval zoals sigarettenpeuken en verpakkingen bewust of onbewust op een plaats wordt achtergelaten waar het niet thuishoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Geef 2 voorbeelden hoe de overheid zwerfvuil probeert te verminderen.

Slide 16 - Question ouverte

Mooimakers
Wie/wat?
Voor wie?
Een Vlaams initiatief tegen zwerfvuil en sluikstorten
Een Belgisch initiatief tegen zwerfvuil en sluikstorten
particulieren, vereniging, lokaal bestuur, bedrijf, school, Vlaamse partner

Slide 17 - Question de remorquage

Wanneer vindt de lenteschoonmaak plaats?
A
19/03 - 26/03
B
19/03 - 27/03
C
20/03 - 26/03
D
20/03 - 27/03

Slide 18 - Quiz

Thema 3: Ploggen

Slide 19 - Diapositive

Wat is ploggen?
A
Wandelen en zwerfvuil oprapen
B
Joggen en bloemen plukken
C
Wandelen en bloemen plukken
D
Joggen en zwerfvuil oprapen

Slide 20 - Quiz

Uit welke twee woorden bestaat het woord ploggen?
A
Polcka + joggen
B
Ploncka + joggen
C
Plocka + joggen
D
Plucka + joggen

Slide 21 - Quiz

Uit welk land komt deze nieuwe fitnesshype?

Slide 22 - Question ouverte

Welk soort training is ploggen?

Slide 23 - Question ouverte

Welke intensiteit heeft ploggen?
A
lichte intensiteit
B
matige intensiteit
C
hoge intensiteit

Slide 24 - Quiz

Welke twee bewegingen maak je tijdens het ploggen?

Slide 25 - Question ouverte

Sociale dimensie
Mentale dimensie
Fysieke dimensie
Bewegen versterkt je mentale welbevinden

Slide 26 - Question de remorquage

Welke spieren worden voornamelijk gebruikt bij het ploggen?
A
Rode spiervezels
B
Witte spiervezels

Slide 27 - Quiz

Thema 4: Plandelen

Slide 28 - Diapositive

Wat is plandelen?
A
Wandelen en zwerfvuil oprapen
B
Joggen en bloemen plukken
C
Wandelen en bloemen plukken
D
Joggen en zwerfvuil oprapen

Slide 29 - Quiz

Wat betekent het Zweedse woord 'plocka'?

Slide 30 - Question ouverte

Iedereen doet 5 squats

Slide 31 - Diapositive

Op wat heb je gelet bij een correcte squat?

Slide 32 - Question ouverte

Wat bedoelen we met 'handel je ergonomisch'?
A
Een juiste werkhouding, zonder het menselijk lichaam te overbelasten
B
Last krijgen in je onderrug
C
Met gebogen rug achter je laptop zitten
D

Slide 33 - Quiz

Welke spieren worden tijdens het squatten geactiveerd?
Let op:
Je hebt misschien niet alle cirkels nodig...

Slide 34 - Question de remorquage

Welke twee stelsels worden bij het plandelen gestimuleerd?

Slide 35 - Question ouverte

Welke spieren worden voornamelijk gebruikt bij het plandelen?
A
Rode spiervezels
B
Witte spiervezels

Slide 36 - Quiz

Welke intensiteit heeft plandelen?
A
lichte intensiteit
B
matige intensiteit
C
hoge intensiteit

Slide 37 - Quiz