du oder Sie?

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vertaal het woord "jij"

1. du
2. Sie
3. er
4. es

Wat is het woord "u" in het Duits?

1. sie
2. Sie
3. es
4. du

Dienstag, den 23. Januar   3Ka

• nieuw bolletjespapier Kapitel 3

• Grammatik: du/Sie

• Selbständig: bolletjespapier af tm 3.3

Was ist das?

duzen

Siezen

In Nederland zeg je...

"jij" tegen:

"u" tegen:

In Duitsland zeg je...

"du" tegen:    ouders, familieleden

                            kinderen van je eigen leeftijd

                            vrienden, goede kennissen

"Sie" tegen:  mensen die je niet kent, ouder dan 16

                           personen die in een organisatie boven je staan

Wat zeg je tegen je leraar?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen je vader?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen de beste vriend van je broer (14 jaar)?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen je oma?

1. du
2. Sie

Wat heb je geleerd?