TopTaal A0A1 2 december

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Wat gaan we vandaag doen?

- kijken naar een voorbeeldtoets

- de woorden van 9.2

- aanwijzende voornaamwoorden

- thema 9, deel 3

- creatief schrijven: een sinterklaas gedicht

De woorden van 9.1 en 9.2

Sommige slangen zijn .................... Als ze je bijten word je erg ziek.

1. giftig
2. heet
3. namelijk
4. beter

Het kleutertje ................ het kleed van de tafel.

1. trek
2. treekt
3. trekt
4. trekken

Vul dit formulier in en zet je handtekening..........................

1. het gevoel
2. overal
3. tussen
4. hieronder

Er staan meestal veel .................... in een kinderboek.

1. liever
2. veilig
3. plaatjes
4. voorzichtig

.................. .................. in het verkeer! Het is erg druk.

1. Uit kijk
2. Is uitkijken
3. Uitkijken willen
4. Kijk uit

Waar hou jij het ................ van? Ik vind pizza het lekkerst.

1. meest
2. minder
3. beter
4. groter

Van wie is deze fiets? Is het ................ fiets?

1. wij
2. hem
3. mij
4. jouw

Ingrid heeft een nieuwe vriend. Wij zijn heel ..................... naar hem!

1. tip
2. nieuwsgierig
3. gevoel
4. rustig

We kennen Zuid-Spanje nog niet, maar we willen het graag .................

1. openmaken
2. ontdekken
3. oppassen
4. controleren

De boze man deelde een ................... klap uit.

1. stevige
2. bang
3. durven
4. zomaar

Aanwijzende voornaamwoorden

de-woorden	het-woorden
dichtbij enkelvoud: deze pen dichtbij meervoud: deze pennen	dichtbij enkelvoud: dit boek dichtbij meervoud: deze boeken
ver weg enkelvoud: die pen ver weg meervoud: die pennen	ver weg enkelvoud: dat boek ver weg meervoud: die boeken

Zie je .................... tafel? (ver weg)

Zie je ................... boek? (dichtbij)

Zie je ................... blikjes? (ver weg)

Zie je ...................... kind? (ver weg)

Zie je .................... huis? (dichtbij)

Zie je ..................... pennen? (dichtbij)

Zie je ................... fietsje? (ver weg)

Zie je .................... bomen? (ver weg)

Op 5 december, het is interessant

Dan is het feest in Nederland

We vieren 't feest van Sinterklaas

Met marsepein en speculaas

Sint geeft cadeaus met een gedicht

Je leest ze voor, dat is verplicht

Soms krijg je er ook een surpise bij

Dat maakt de mensen helemaal blij

Rijmwoorden

Wat rijmt er op "maan"?

1. aan
2. banaan
3. naam
4. manen

Wat rijmt er op "geloven"?

1. geloofd
2. mogen
3. botten
4. boven

Wat rijmt er op "Sinterklaas"?

1. klaar
2. bazen
3. oude kaas
4. te laat

Wat rijmt er op "zussen"?

1. ondertussen
2. de buren
3. poezen
4. tulpen

Wat rijmt er op "meteen"?

1. benen
2. geen
3. klein
4. genen

Wat rijmt er op "les"?

Wat rijmt er op "cadeau"?

Wat rijmt er op "het boek"?

Lieve cursisten

Jullie maken hier een nieuwe start

En studeren iedere week heel hard

................................................................... .............

................................................................... ..............

Groeten van Sinterklaas

de laatste twee regels van
het sinterklaasgedicht

Wat is dit?