7.3 Veel verschillende identiteiten + 7.4 Contacten over de grens

Bijzondere
Grenzen 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bijzondere
Grenzen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 7.3

T1: Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings) groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.
T2: Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving en uitleggen waarom dit een goed voorbeeld is.
I: Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is.

Slide 2 - Diapositive

Nederland is een pluriforme samenleving

Slide 3 - Diapositive

Kan je meerdere identiteiten hebben?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Iedereen voelt zich dan een Nederlander?

Slide 6 - Diapositive

Nationale identiteit 
*
Regionale identiteit
*
Lokale identiteit



Slide 7 - Diapositive

Kans op:
uitsluiting?
Segregatie?

Insluiting?
Integratie?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Bestuurlijke regio's Nederland
Hoe wordt Nederland bestuurd?

Nationaal (land)
Regionaal (provincie)
Lokaal (gemeente)

Slide 10 - Diapositive

Stukje 7.4
Open grenzen binnen Europa?
Wat vinden we hiervan?

Slide 11 - Diapositive

Mini Quiz
Ben je in staat om deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden?

Herhaling is de kracht van het onderwijs!

Slide 12 - Diapositive

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 13 - Quiz

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 14 - Quiz


A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 15 - Quiz

Een harde grens is hetzelfde als?
A
open grens
B
gesloten grens

Slide 16 - Quiz

Grenzen veranderen. Wat is hier vaak de oorzaak van?

Slide 17 - Question ouverte

Bij uitsluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 18 - Quiz

Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 19 - Quiz

Wat is een groepsidentiteit?
A
Het lievelingseten van een groep
B
De leider van de groep
C
Dat wat een groep een groep maakt
D
De grootte van de groep

Slide 20 - Quiz

Nederland is Soeverein. Wat wordt hier mee bedoeld?

Slide 21 - Question ouverte

Een visser uit Engeland vist op ongeveer 30km uit de Nederlandse kust.
1. De visser mag hier niet vissen. Dit is het territorium van Nederland.
2. Hij mag hier vissen omdat dit buiten de Nederlandse territoriale wateren is.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist, stelling 2 onjuist
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist

Slide 22 - Quiz

Wat is de grens van de territoriale wateren?
A
12km vanuit de kust
B
20km vanuit de kust
C
22km vanuit de kust
D
2km vanuit de kust.

Slide 23 - Quiz

Tussen Den Haag en Rotterdam komt een nieuwe metrolijn. Welke bestuurlijke regio gaat hierover?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Nederlandse regering (het Rijk)

Slide 24 - Quiz

De duinen langs de kust moeten versterkt worden. Welke bestuurlijke regio gaat hier over?
A
Gemeente
B
Provincie
C
De regering (het Rijk)

Slide 25 - Quiz

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit

Slide 26 - Quiz

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Leeuwarden

Slide 27 - Quiz

De jaarlijkse kermis is weer in jouw stad en iedereen komt er op af!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 28 - Quiz

Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 29 - Quiz

Aan het begin van het jaar viert iedereen in Brabant en Limburg gezamenlijk Carnaval
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 30 - Quiz

BRON Jip en Janneke in dialect
Bij de historische verenigingen ligt ‘Jipke en Jannöaken’ te koop. Restaurants zetten streekrecepten op het menu en tappen Grolsch bier, in cafés staat FC Twente op het beeldscherm. De gasten luisteren naar een hit van Normaal. Bij de put voor het streekeigen boerderijtype blazen boeren op de midwinterhoorn. Andere folklore bestaat uit vlöggeln, klootschieten en huizenhoge paasvuren


Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit

Slide 31 - Quiz

Wat is het verschil tussen regionalisme en lokalisme?

Slide 32 - Question ouverte

Er zijn meer plaatsen in Nederland met een politieke partij die de naam ‘Plaatselijk belang’ of ‘Gemeentebelang’ draagt.
Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld? Kies uit:

A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Pluriformiteit
D
Regionalisme

Slide 33 - Quiz

quizlet oefenen
Quizlet            https://quizlet.com/join/uESqe5Jnc

Slide 34 - Diapositive