Paragraaf 7.2 en 7.3 grenzen en identiteit

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welke grenzen bestaan er in Nederland?

Hoofdstuk 7 pararagraaf 2

Planning

Les 1

• Herhalen 7.1
• Nakijken maakwerk 7.1
• Starten bespreken 7.2
  

Les 2 en 3

• Afronden 7.2 en 7.3 + verwerking

Wat is het verschil tussen een harde en een zachte grens?

Een harde grens is hetzelfde als?

1. open grens
2. gesloten grens

Natuurlijk of kunstmatig?

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

Je ziet hier een

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens
3. Harde grens
4. Zachte grens

Natuurlijk of kunstmatig?

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

Wat is een groepsidentiteit?

1. Het lievelingseten van een groep
2. De leider van de groep
3. Dat wat een groep een groep maakt
4. De grootte van de groep

Bij insluiting...

1. Ga je bij de groep horen
2. Sluit de groep je buiten
3. Ontwikkel je een eigen identiteit
4. Vind je de regionale identiteit belangrijker

Wat betekent annexeren?

Nakijken Huiswerk

• Met nakijkblad
• Zelfstandig
• 1D, 2, 3, 4A, 5 en 6
• Klaar? Lezen 7.2 in stilte

Leerdoelen

◉ Je kunt beschrijven uit welke landen het Koninkrijk der Nederlanden bestaat.

◉ Je kunt uitleggen wat het betekent dat Nederland een soeverein land is.

◉ Je kunt uitleggen wat het territorium van Nederland is

◉ Je kunt beschrijven waarom provincies en gemeenten bestuurlijke regio’s zijn.

◉ Je kunt ten minste vier voorbeelden geven van zaken waar provincies over beslissen en waar gemeenten over beslissen.

◉ Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur in Nederland.

Nederland is soeverein

Het Koninkrijk der Nederlanden is een soevereine staat  samengesteld uit vier landen:  Nederland, Aruba, Curaçao en 

Sint Maarten.

Wanneer ben je een land?

Soevereiniteit = bestuurders van het land (de regering) bepaalt zelf welke wetten en regels in het land gelden. 

Nederland is Soeverein. Wat wordt hier mee bedoeld?

Welke 4 landen horen bij het Koninkrijk der Nederlanden?

Het territorium van Nederland

Territorium

Gebied (land, water en lucht) waar de Nederlandse regering de baas over is. 

Terretoriale wateren

Deel (22 zeemijl vanaf de kustlijn) van de bodem van de zee (voor Nederland de Noordzee) dat behoort tot het territorium. 

Een visser uit Engeland vist op ongeveer 30km uit de Nederlandse kust.
1. De visser mag hier niet vissen. Dit is het territorium van Nederland.
2. Hij mag hier vissen omdat dit buiten de Nederlandse territoriale wateren is.

1. Beide stellingen zijn juist
2. Beide stellingen zijn onjuist
3. stelling 1 is juist, stelling 2 onjuist
4. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist

Wat is dan wel de grens van de territoriale wateren?

1. 12km vanuit de kust
2. 20km vanuit de kust
3. 22km vanuit de kust
4. 2km vanuit de kust.

Vraag 3B/4C uit WB (blz. 160)

De Nederlandse regering bepaalt welke wetten en regels er gelden in Friesland, omdat Friesland een provincie is van Nederland.

Nee, dat mag niet, want binnen 12 mijl (ongeveer 22 km) zijn het de territoriale wateren van België, waar Nederlandse vissers niet mogen vissen.

Grenzen binnen Nederland

Bestuurlijke grenzen

Landelijk

Provincies

Gemeenten 

Grenzen binnen Nederland

Provincies  nemen beslissingen over: natuur, vervoer en energie  

Gemeenten beslissen over: voorzieningen, onderwijs en bouwgrond

Grenzen binnen Nederland

Invloed van de burgers

Stemrecht

Bezwaar maken

Demonstreren

Referendum

Noem twee manieren om invloed uit te oefenen op het bestuur in Nederland. Gebruik de link in de uitleg (opvragen)

Tussen Den Haag en Rotterdam komt een nieuwe metrolijn. Welke bestuurlijke regio gaat hierover?

1. Gemeente
2. Provincie
3. Nederlandse regering (het Rijk)

De duinen langs de kust moeten versterkt worden. Welke bestuurlijke regio gaat hier over?

1. Gemeente
2. Provincie
3. De regering (het Rijk)

Voor De Willem en De Lage Waard komen nieuwe gebouwen. Wie gaat hier over?

1. Gemeente
2. Provincie
3. De regering (het Rijk)

Vraag 5

Zij protesteren bij het provinciehuis, omdat de provincie beslissingen neemt als het gaat om het wel of niet plaatsen van een megastal.

1. nationaal schaalniveau
2. regionaal schaalniveau
3. lokaal schaalniveau

1. bij de provincie
2. bij de gemeente
3. bij de gemeente

Bij de provincie

Leerdoelen 7.3

◉ Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings) groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.

◉ Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving en uitleggen waarom dit een goed voorbeeld is.

◉ Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is.

Identiteit

Simpel gezegd geeft identiteit aan wie je bent. En voel jij je Papendrechter? Voel jij je Nederlander? Voel je je Europeaan? Op verschillende schaalniveaus kun je een identiteit hebben!

• Lokale identiteit
  
• Regionale identiteit
  
• Nationale identiteit
  
• Europese identiteit
  

Lokale identiteit

Je voelt je sterk verbonden met je eigen woonplaats en omgeving. Je woont in Papendrecht en je voelt je ook echt Papendrechter. Je komt voor elkaar op.

Lokalisme

Je vindt de lokale identiteit belangrijker dan de andere identiteiten (regionaal, nationaal en/of Europees). Er is in dit geval een groeiende belangstelling voor een lokale ‘kijk’ (perspectief) op dingen.

Voorbeeld: opkomst van de lokale politieke partijen!

Regionale identiteit

Je voelt je erg verbonden met een regio (provincie). Je vindt deze identiteit belangrijker dan de nationale identiteit. 

Op basis van streekgebonden kenmerken zoals: dialecten, historie, godsdienstige opvattingen.

Regionalisme

Als de regionale identiteit zo sterk is, kan er sprake zijn van regionalisme.

Men wil graag op politiek en/of cultureel niveau meer zelfstandigheid, zonder dat de regio/provincie zich af wil scheiden van het land.

Nationale identiteit

Je voelt je Nederlander, op basis van een gedeelde geschiedenis, taal, religie, gewoonten, tradities.

Nationale identiteit speelt altijd in relatie tot anderen: ‘wij’ en ‘zij’, ‘wij hebben gewonnen’.

Maar..

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit.

Nationale identiteit

Regionale identiteit

Lokale identiteit

1. Lokalisme
2. Regionalisme
3. Nationalisme

1. Regionalisme
2. Lokalisme
3. Nationalisme

Zijn de stellingen juist of onjuist?
1. Een volkslied versterkt/vergroot de Nederlandse identiteit.
2. Bij regionalisme wil de bevolking een eigen staat hebben.
3. Partijen als VVD, D66 en PvdA passen bij de lokale identiteit.

Europese Identiteit

Je voelt je inwoner van Europa.

Erg lastig te meten. 

Europese ‘instituties’ zoals de Europese Commissie probeert meer eenheid te creëren.

Opdrachten maken (HW)

Maak van paragraaf 7.3 opdracht 2CD, 3BCD, 4BC