Test jezelf hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4 Lezen

Gedicht

Interview

Cabarettekst

Reisverslag

Informeren

Amuseren

Amuseren

Informeren

Lees tekst 1

Welk tekstdoel heeft de schrijver gehad met het schrijven van de tekst?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Instrueren
4. Overtuigen

Wat voor soort tekst is tekst 1
Kies uit: nieuwsbericht-tekst uit een schoolboek-verslag-leesboek-stripverhaal

Lees de eerste alinea, de laatste alinea en de bron van tekst 2. Welk tekstdoel heeft Kerstin Gied gehad met het schrijven van de tekst?

1. Informeren
2. Amuseren

Wat voor soort tekst is tekst 2?
Kies uit: nieuwsbericht-tekst uit een schoolboek-verslag-leesboek-stripverhaal

Lees het schuingedrukte stuk van tekst 2 nauwkeurig en bekijk de bron die daarbij staat. Hebben 'Kronieken van de Wachters' een informerend doel? Waarom? Kies het goede antwoord.

1. Ja, want Kronieken zijn een soort geschiedenisboeken en die gaan dus over iets uit de werkelijkheid, dus is het een informerende tekst
2. Nee,, want ook die Kronieken zijn verzonnen en horen bij verzonnen verhalen over Gwen. Die tekst is geschreven om je te amuseren.

.............. geven .................. aan. 

ook, bovendien, daarnaast horen bij een ....... tekstverband

Eerst, daarna, voordat en toen horen bij een tekstverband ........

Maar, echter en toch horen bij een ............ tekstverband

tegenstellend

tijdsvolgorde

tekstverbanden

opsommend

signaalwoorden

Lees alinea 2 van tekst 2 nauwkeurig.

Opdracht: Onderstreep de signaalwoorden die een tekstverband aangeven.

Welk signaalwoord kan gebruikt worden om een tijdsvolgorde duidelijker te maken?

Ruben Boomsma vraagt zicht af hoe groot het probleem precies is. 'Dat weten wij niet. En Amnesty ook niet.' Hij pleit om ............ meer onderzoek te doen voordat er maatregelen genomen worden. 'Het is wel een signaal dat we serieus moeten nemen,' vindt hij.

1. Daarna
2. Voordat
3. Eerst
4. Toen

Kies uit a,b,c of d. Welke zin geeft het beste een tijdsvolgorde aan?

Alleen was ik nooit duidelijk geweest. Ach, waarschijnlijk had ik het me maar verbeeld. De laatste tijd was er bij ons thuis gewoon te veel over gevoelens van duizeligheid gesproken. ''Niet om die van mij trouwens, maar van mijn nichtje Charlotte, die, knap als altijd, naast Cynthia zat en haar aardappelpuree naar binnen lepelde.''

1. Niet die van mij, trouwens, maar mijn nichtje Charlotte, die, knap als altijd, terwijl ze naast Cynthia zat en haar aardappelpuree naar binnen lepelde.
2. Niet die van mij, trouwens, maar mijn nichtje Charlotte, die, knap als altijd, naast Cynthia zat en eerst haar aardappelpuree naar binnen lepelde.
3. Niet die van mij, trouwens, maar mijn nichtje Charlotte, die, knap als altijd, naast Cynthia zat en ook haar aardappelpuree naar binnen lepelde.
4. Niet die van mij, trouwens, maar mijn nichtje Charlotte, die, knap als altijd, naast Cynthia zat en echter haar aardappelpuree naar binnen lepelde.

Wilk signaalwoord kan gebruikt worden om de tijdsvolgorde in onderstaande zin duidelijker te maken?

En elke keer als Charlotte ontkende, kneep Arista haar lippen op elkaar en ........... zuchtte tante Glenda. Soms ook omgekeerd.

1. Toen
2. Eerst
3. Daarna
4. Voordat

Verwijswoorden worden gebruikt om niet te vaak dezelfde woorden te gebruiken.

1. Waar
2. Niet waar

Een verwijswoord verwijst altijd naar iets wat eerder in de tekst is genoemd.

1. Waar
2. Niet waar

Met de vraag wie, wat, waar of welk(e) kun je vaststellen waar het verwijswoord naar verwijst.

1. Waar
2. Niet waar

Lees alinea 2 van tekst 1 nauwkeurig. Waarnaar verwijst het onderstreepte woord 'deze'?

Lees alinea 3 van tekst 1 nauwkeurig. Waarnaar verwijst het onderstreepte woord 'dat'?

Weektaak afmaken

§4.3 Lezen vanaf blz. 18 in boek B

opdracht 2ab, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11 & 13

--> Klaar? Dan ga je aan de slag met je presentatie.

Geen spelletjes!