A1C H1 les 5

Bonjour!
H1   Coucou les copains!           
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour!
H1   Coucou les copains!           

Slide 1 - Diapositive

Comment ça va ?

ça va super! 
je suis fatigué(e)
ça va mal ! 
ça va comme-ci
comme-ça

Slide 2 - Diapositive

à la fin du cours
je kan de Franse lidwoorden steeds beter gebruiken

je weet waar je een uitleg video kan vinden op GL


je hebt geoefend met de woordjes 

Slide 3 - Diapositive

les devoirs pour jeudi
herhalen:  voc A et B
leren: de spelling van de zinnen van A en B


SO  H1   donderdag 22/9
leren: voc A + B f-n en n-f (woordjes en zinnen) 
Bron D: het lidwoord p. 32
de getallen van 0 t/m 20

Slide 4 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire  aujourd'hui?
1. video uitleg GL : het lidwoord
2. maken 17c (écoute) 
3. nakijken ex 16,17 p. 33
4. oefenen met voc AB  n-f

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog van de lidwoorden? 

Slide 6 - Diapositive

timer
2:30
LE
LA
L'
Vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord die begint met een klinker of stomme h
Mannelijk zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is de meervoudvorm van de lidwoorden le, la en l'?
A
des
B
les
C
Er is geen meervoudsvorm
D
las

Slide 8 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van
une piscine
A
les piscines
B
des piscines

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

ex 16d p. 33


  1. l'hôtel
  2. les attractions
  3. le camping
  4. les hamburgers
  5. la soeur
  6. la piscine

Slide 11 - Diapositive

ex 16e p. 34
  1. les frères
  2. les familles
  3. les hôtels
  4. les piscines
  5. les pizzas
  6. les campings

Slide 12 - Diapositive

ex 17c

Slide 13 - Diapositive

ex 17d p. 34
  1. il a un frère
  2. C'est un hôtel
  3. C'est une piscine
  4. C'est un musée
  5. C'est une adresse
  6. C'est un patron

Slide 14 - Diapositive

maak ex 17e
  1. la famille
  2. les vacances
  3. un hôtel
  4. la piscine
  5. les garçons
  6. une fille

Slide 15 - Diapositive

ex 18 p. 34
1. c'est un garçon
2. c'est une piscine
3. c'est un chat
4. c'est un poisson
5. c'est un chien
6. c'est une famille

Slide 16 - Diapositive

het bepaald lidwoord : de /het


Le/la/l'/les = de/het
  • le > mannelijk
  • la > vrouwelijk
  • l' > klinker/stomme h
  • les > meervoud  + S
        
la fille
l'amie
le garçon
l'ami 
les amis

Slide 17 - Diapositive

Au travail!


gebruik de kaartjes
zet de stapel met de nl vertaling erboven
schrijf de Franse vertaling op in je schrift
pak de volgende kaart
als je 10 kaartjes hebt gedaan, kijk na met andere kleur pen
zet links wat je goed had, rechts wat je moet verbeteren
ga door met de 10 volgende kaarten

Slide 18 - Diapositive

L'article indéfini (het onbepaald lidwoord)


Un/une = een

un > mannelijk
une > vrouwelijk
des > meervoud + S

Let op: des amis  -> des kan je niet vertalen    Jongens
une fille

un garçon

des amis

Slide 19 - Diapositive

Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?




Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?

Slide 20 - Diapositive