H1G H1 les 5

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

H1   Coucou les copains!           

Comment ça va ?

ça va super! 

je suis fatigué(e)

ça va mal ! 

ça va comme-ci

comme-ça

à la fin du cours

je kan de Franse lidwoorden steeds beter gebruiken

je weet waar je een uitleg video kan vinden op GL

je hebt geoefend met de woordjes 

les devoirs pour vendredi

herhalen:  voc A et B

leren: de spelling van de zinnen van A en B

Qu'est-ce qu'on va faire  aujourd'hui?

1. video uitleg GL : het lidwoord

2. nakijken ex 16c, 16d, 17a, 16d p. 33

3. maken ex 17c, 17e, 18

4. oefen de woordjes met de kaartjes

Wat weet je nog van de lidwoorden? 

kijk naar de vidéo 

LE

LA

L'

Vrouwelijk zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord die begint met een klinker of stomme h

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Wat is de meervoudvorm van de lidwoorden le, la en l'?

1. des
2. les
3. Er is geen meervoudsvorm
4. las

Wat is de meervoudsvorm van
une piscine

1. les piscines
2. des piscines

welke letter komt aan het einde van het z.n.w. als het in de meervoud is

1. e
2. s
3. en

ex 16c p. 33

1. le camping
2. la grande tente
3. l'ami de Jules 
4. le chien habite au camping
5. les saucisses

ex 16d p. 34

1. les frères
2. les familles
3. les jours
4. les tentes
5. les saucisses
6. les campings

17a

un garçon et une fille

ex 17c

ex 17d p. 34

1. C'est un chien
2. C'est une grande tente 
3. un camping
4. une énorme piscine
5. une petite caravane
6. un mobil-home de luxe

maak ex 17e

1. la famille
2. les vacances
3. un hôtel
4. la piscine
5. les garçons
6. une fille

maak ex 18

1. c'est un garçon
2. c'est une piscine
3. c'est un chat
4. c'est un poisson
5. c'est un chien
6. c'est une famille

Au travail!

gebruik de kaartjes

zet de stapel met de nl vertaling erboven

schrijf de Franse vertaling op in je schrift

pak de volgende kaart

als je 10 kaartjes hebt gedaan, kijk na met andere kleur pen

zet links wat je goed had, rechts wat je moet verbeteren

ga door met de 10 volgende kaarten

Objectifs

Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?

Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?